Motu Proprio inzake de Oude Mis


Dit is ongelofelijk. Je kunt van deze lompe "paus" dus alles verwachten. Werkelijk rampzalig ...

■ RK Documenten ■ Vrijdag 16 juli, op het feest van Maria van de Berg Karmel, heeft Paus Franciscus het Motu Proprio
Traditionis Custodes, inclusief een begeleidende brief, gepubliceerd waarin nadere regels gesteld zijn aangaande de viering van de H. Mis in de Latijnse Kerk onder gebruik making van het Missaal van vóór de hervorming van 1970.

Paus Benedictus XVI had met zijn Motu Proprio Summorum Pontificum de liturgische vrede hersteld door aan te geven dat het Missaal van 1962, dus vóór de invoering van het Missaal van Paulus VI in 1969/1970 - de ‘Gewone Vorm van de Romeinse Ritus’, de ‘Buitengewone Vorm van de Romeinse Ritus’ is: dus 1 Ritus met 2 Vormen. Zo stelde hij o.a. vast dat “wat voor vorige generaties heilig was, heilig blijft en groots voor ons en het kan niet plots geheel verboden worden of zelfs beschouwd worden als schadelijk.”

Paus Franciscus heeft nu bepaald dat de “liturgische boeken, uitgevaardigd door Paulus VI en Johannes Paulus II” de enige vorm van het ‘lex orandi’ is van de Romeinse Ritus waarmee de indruk gewekt wordt dat o.a. het Missaal 1962 niet meer tot de Romeinse Ritus behoort, ook al mag het nog - zij het op zeer beperkte en voorwaardelijke schaal - gecelebreerd worden. Het principe van diversiteit (bijv. bestaan er ook de Oosters Orthodoxe Riten (van de geünieerden) en die van het Ordinariaat) in eenheid op het vlak van liturgie lijkt hiermee doorbroken te worden. Men kan niet eenvoudig het laatste Missaal tot de enige uitdrukking van het Katholiek geloven ("lex credendi") verklaren, zonder duidelijk te onderscheiden dat "de liturgie bestaat uit een onveranderlijk gedeelte, dat nl. van Godswege is ingesteld, en uit gedeelten, die aan veranderingen onderhevig zijn,"

Op basis van een vragenlijst uit 2020 aan alle Bisschoppen over de implementatie van het
Motu Proprio van Benedictus XVI, waarop door naar schatting 30% van de Bisschoppen gereageerd hebben en daarvan een meerderheid “neutraal of instemmend” waren over de uitwerking komt Paus Franciscus zelf tot een negatief oordeel, waar in de inmiddels in emeritaat levende voorganger Paus Benedictus XVI 3 jaar ná afkondiging een andere indruk had, waaruit toen de brief Universae Ecclesiae is voortgekomen. 

Met name de tendens om het Vaticanum II af te wijzen door hen die het Oudere Missaal gebruiken wil Paus Franciscus een halt toeroepen door die wijze van celebreren fors te beperken. “Degenen die met toewijding de Mis willen vieren volgens de voorgaande liturgische vorm”, van vóór 1970, “zullen het niet moeilijk vinden om in het Romeins Missaal, hervormd in de geest van het Tweede Vaticaans Concilie, alle elementen van de Romeinse Ritus, vooral de Romeinse Canon” terug te vinden, volgens Paus Franciscus.

Waar de Paus precies op doelt, met uitzondering van de Romeinse Canon (die overigens niet geheel ongeschonden is overgenomen), is niet duidelijk. Bijvoorbeeld, volgens een recente studie, is slechts 17% van de gebeden (o.a. collecta, secreta en postcommunio) uit het Missaal 1962 ongewijzigd terug te vinden in het Missaal 1970/2002/2008, terwijl 48% van deze gebeden aangepast daarin terug te vinden zijn. en ook veel van de lezingen zijn niet teruggekeerd.

Opvallend is ook dat Paus Franciscus een inhoudelijke aanwijzing geeft die wel voor de Rubrieken van de "Vetus Ordo" geldt, maar niet voor de "Novus Ordo". Het is een herhaling van de
aanwijzing aan de "Oude Mis" - die altijd in het Latijn wordt gevierd - om de lezingen ook in de volkstaal te verkondigen, terwijl deze verplichting nergens gesteld wordt aan de "Nieuwe Mis", wanneer deze geheel in het Latijn wordt gevierd.

De Paus roept wel de Bisschoppen op “zorg te dragen dat elke liturgie wordt gevierd met toeleg en trouw aan de liturgische boeken die na het Tweede Vaticaans Concilie zijn uitgevaardigd, zonder excentrisme dat gemakkelijk ontaardt in misbruik.”

De verdere implementatie van die regel, ook naar de Novus Ordo, wordt niet nader uitgewerkt. Bekend zijn de afwijzingen van de traditionele leer in de kader van de viering van de Novus Ordo, zoals die recent in Duitsland bij de Synodale Weg duidelijk werden en de pachamamma-events o.a. in het Vaticaan.

Ook heeft hij de controle strakker naar het centrum van de Kerk getrokken, nu de toestemming om het
MIssaal van 1962 te gebruiken niet meer aan het oordeel van de individuele priester en de aanwezigheid van een stabiele groep gelovigen is voorbehouden, maar dat de Bisschop de liturgie moet regelen en pasgewijde priesters, die toestemming (“indult”) vragen om de Oude Mis te mogen celebreren, pas ná overleg met de Heilige Stoel deze toestemming gegeven kan worden.

De ‘Oude Mis’ mag niet meer in parochiekerken gevierd worden en ook persoonlijke parochies mogen niet meer opgericht worden, omdat dat “verband houdt met het verlangen en de wil van individuele priesters”. Daarentegen moet het op een door de Bisschop aangewezen plek gevierd gaan worden. 

De Paus geeft niet aan hoe bijv. parochies, waar beide Vormen tot nu toe in harmonie gevierd worden, moeten omgaan met het ontnemen van deze broederlijke eenheid en grote groepen gelovigen worden verbannen uit het normale parochieleven en kerkbezoek.

De nieuwe regels gaan per direct in, terwijl het gebruikelijk is om voor dit soort regelingen een ‘vacatio legis’, een tijd van aanpassing mogelijk te maken. Inmiddels is wereldwijd de scheuring zichtbaar tussen Bisschoppen, die de bestaande situatie vooralsnog continueren en zich willen beraden op de implementatie van de nieuwe regels en Bisschoppen, die per direct gelovigen verbieden de genademiddelen van de H. Mis te ontvangen en soms nog stringentere regels uitvaardigen die ook de Novus Ordo raken. Ook zijn de Bisschoppen niet geraadpleegd of geïnformeerd over de nieuwe regels en moesten zij de regels uit de media vernemen.