■ KN ■ Aartsbisschop Michel Aupetit van Parijs betreurt de aanval op katholieken die zondag deelnamen aan een processie ter herdenking van de negentiende-eeuwse martelaren van de Parijse Commune.
Hij betreurde de “woede, minachting en het geweld” gericht tegen de groep van ongeveer driehonderd katholieken – waaronder kinderen en ouderen – die deelnamen aan de ‘Mars van de Martelaren’.
“We zijn verontrust dat wat we prediken – een God van liefde – zoveel haat, zoveel woede kan opwekken”, zei hij. “Gisteravond was hier een demonstratie van woede, minachting en geweld.”
De Franse minister van Binnenlandse Zaken Gérald Darmanin veroordeelde de aanval in een tweet: “Gisteren werden in Parijs katholieken aan de zijlijn van een processie aangevallen door gewelddadige individuen. De vrijheid van eredienst moet in volledige sereniteit worden uitgeoefend in ons land.”
De aartsbisschop preekte tijdens een Mis ter gelegenheid van de 150e verjaardag van de dood van de martelaren van de Commune van Parijs. De Mis werd gevierd in de kerk van Notre-Dame-des-Otages, die is gebouwd ter ere van de op 26 mei 1871 vermoorde gijzelaars.
Hij zei: “De Heer beloofde ons dat er geweld zou zijn. Niet omdat we zelf gewelddadige wezens zijn, maar door ons te herinneren aan wat onze broeders hier, de gijzelaars in kwestie, hebben meegemaakt. Zij hebben – volgens de berichten die we hebben gelezen – nooit woede getoond in het aangezicht van woede, haat in het aangezicht van haat, maar integendeel, een vredig en vergevingsgezind hart.”
De Commune van Parijs was een kortstondige opstand tegen de Franse regering. De linkse, antiklerikale leiders controleerden de Franse hoofdstad van 18 maart tot 28 mei 1871. Terwijl het Franse leger de opstand neersloeg, executeerden de Communards hun gijzelaars, onder wie de Parijse aartsbisschop Georges Darboy.
De processie van 29 mei begon vanaf het plein de la Roquette, waar Darboy op 24 mei 1871 werd vermoord, en ging op weg naar de Notre-Dame-des-Otages. Zodra de groep het plein verliet, werden mensen in de processie onderworpen aan gejoel en gefluit, meldde het Franse weekblad Famille Chrétienne.
Een paar minuten later viel een groep van ongeveer tien mannen de processie fysiek aan, waarbij vlaggen werden neergehaald en projectielen werden gegooid. Een video die op sociale media werd gepost, toonde in het zwart geklede, extreemlinkse demonstranten die deelnemers aan de processie sloegen en schopten.
Twee oudere mensen werden naar verluidt tegen de grond geslagen; één van hen had een hoofdwond die gehecht moest worden.
Ongeveer vijftig demonstranten blokkeerden vervolgens de processie bij de kerk van Notre-Dame de la Croix de Ménilmontant. De organisatoren vroegen deelnemers van de processie om hun toevlucht te zoeken in de kerk, waar hulpbisschop Denis Jachiet besloot dat de processie niet naar de Notre-Dame-des-Otages zou gaan.
“We hebben gewacht en gebeden tot de politie ons eruit haalde”, vertelde de organisator van het evenement aan de krant Le Figaro, eraan toevoegend dat moeders en kinderen “in shock waren”.
Karine Dalle, de woordvoerster van het aartsbisdom Parijs, vertelde Famille Chrétienne dat het incident “surrealistisch” was. “Het is puur zinloos geweld, het is triest om te zien dat, 150 jaar na de Commune, sommige mensen een eenvoudige vreedzame herdenking uitbuiten, vooral omdat deze processie geen protestdimensie had.”