Ketterijen sluipen, soms ongemerkt, de Kerk binnen



■ weblog Fortes in Fide ■ Het is al weer enige jaren geleden dat aartsbisschop Robert Zöllitsch, toenmalig voorzitter van de Duitse Bisschoppenconferentie in een televisie-interview vlak voor de Goede Week zei dat het idee van de kruisdood als offer van verzoening niet langer houdbaar was. Nee, God had geen zoenoffer nodig. De moderne visie op het lijden van Christus was dat Deze naast ons en speciaal naast de lijdende mens was gaan staan; dat hij tot in de dood solidair met ons was geworden. Dit is een aperte ketterij die op een centraal punt regelrecht ingaat tegen de leer van de Kerk.

Het modernisme dat sinds (en mede door) het Concilie in de Kerk is doorgebroken, heeft moeite met de begrippen zonde, oordeel, veroordeling, vagevuur en hel. Daarom worden deze begrippen in de prediking en catechese verzwegen en verdonkeremaand. Uiteraard verdwijnen dan ook ideeën als een rechtvaardige en straffende God, een God die verzoend moet worden, en een mens die niet tot die verzoening in staat is en dus verlossing nodig heeft, achter de horizon van de menselijke kortzichtigheid en eigengereidheid. Dan zit men in zijn maag met het verzoenend kruisoffer van Christus en met de eucharistie als Misoffer.

Er zijn genoeg theologen aan de katholieke instituten die dit ongestraft leren en een andere, heterodoxe draai geven aan de duidelijke Bijbelteksten rond deze thema’s. Maar dat bisschoppen zoals Zöllitsch dat openlijk zeggen, is eerder zeldzaamheid dan regel. De meer liberale bisschoppen willen, om alle moeilijkheden te vermijden, toch liefst binnen de lijntjes kleuren en zullen zich dan rond deze thema’s hullen in handig stilzwijgen. Dat stilzwijgen wordt dan soms modieus algemeen en niemand heeft het er nog over. Daarmee verdwijnen deze noties ongemerkt uit het geloofsleven van de gemiddelde gelovige.