Nederlandse diplomatie is religieus ongeletterd



■ KerkNet/KN ■ Terwijl landen als de VS, Canada of Australië jaarlijks een rapport over de godsdienstvrijheid wereldwijd publiceren en het als een belangrijk criterium hanteren in hun buitenlandse beleid, moesten Nederlanders het de afgelopen jaren stellen zonder klinkende en relevante verklaringen van hun minister en ministerie van Buitenlandse Zaken over flagrante schendingen van de godsdienstvrijheid en vrijheid van eredienst of het lot van religieuze minderheden in Syrië en Irak, India, Pakistan en vele andere landen. In tegenstelling tot topprioriteiten zoals gender was religie ook allerminst een thema in dat beleid. Volgens een interne memo van 1 december 2017 van het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken, waarvan de inhoud vandaag in het Katholiek Nieuwsblad is uitgelekt, hoeft dat allerminst te verbazen.

Het leeuwendeel van de Nederlandse ambtenaren en diplomaten heeft een seculiere vooringenomenheid en een gebrek aan religieuze geletterdheid, staat te lezen in de nota. De nota beveelt aan om iets aan dat religieuze analfabetisme te doen. Maar dat advies werd naast zich neergelegd. Een betere kennis binnen Buitenlandse Zaken van religie en religieuze tradities, aldus nog de nota, zou het buitenlandse beleid ten goede komen. De nota geeft overigens ook de aanbeveling om permanent aandacht te hebben voor dit thema. Dat kan onder meer verwezenlijkt worden door de oprichting van een werkgroep, door de ambassades zelf nauwer te betrekken bij het uitstippelen van het beleid of door diplomaten beter te scholen om over dit thema mee te spreken.

Op de ambassades in het buitenland, schrijft Katholiek Nieuwsblad, zijn diplomaten zich wel terdege bewust van de noodzaak van een betere kennis van de religieuze achtergronden. Maar dat is momenteel een verantwoordelijkheid van de ambassadeur zelf, staat in de nota van de Eenheid Strategische Advisering. Het ontbreekt de medewerkers daar volgens een enquête overigens niet aan belangstelling voor religie, ook al vanuit de ervaringen op het terrein en het toenemende belang van religie wereldwijd.