Waarom musea de kerken niet vervangen



Yogalessen in een museumzaal. Zondagse museumdiensten waarin een kunstcriticus spreekt. Zijn musea seculiere tempels, de nieuwe kerken?

Volgens de Amerikaanse kunstcriticus Jason Farago wel. Hij stelde in 2015 tegenover de Britse omroep BBC dat musea de rol van de kerken overnemen. Vroeger waren kathedralen de belangrijkste gebouwen in een stad, nu zijn dat de kunsttempels. Het hoogste doel van kunstenaars is dat hun werk daar wordt tentoongesteld. En mensen maken ‘pelgrimstochten’ naar musea om zich te verwonderen, om ervaringen op te doen. Kunst is de neerslag van de grote vragen naar het menselijk bestaan.

Kunsthistorica Lieke Wijnia vindt dat te stellig. Het museum is niet in de plaats van de kerk gekomen, want op veel plaatsen functioneert die nog prima. „Musea zijn geen nieuwe religie, alsof ze de kerken vervangen”, zegt ze.

Hoe de relatie tussen kerk en museum dan wel is, daarover sprak Wijnia donderdag in het auditorium van Museum Catharijneconvent in Utrecht. Ze is docent in Tilburg, onderzoeker van het Centrum voor Religie en Erfgoed van de Rijksuniversiteit Groningen en gespecialiseerd in religie in hedendaagse kunstmusea. Voor haar onderzoek won ze dit jaar de grote gouden prijspenning van het Godgeleerd Genootschap van de Teylers Stichting.

De gedachte dat musea een religieuze hebben, is niet nieuw. Aan het einde van de achttiende en het begin van de negentiende eeuw ontstonden veel openbare musea, die de voormalige privécollecties van vorsten herbergden. „Toen al werden ze aangeduid als seculiere tempels, met de gedachte dat ze op termijn de kerken zouden vervangen”, aldus Wijnia.

Ze wijst op een wat later voorbeeld, uit 1935. In de hal van het Gemeentemuseum in Den Haag, ontworpen door architect H. P. Berlage, krijgt de bezoeker meteen een boodschap mee. Op een kalksteenreliëf staan de woorden: „Eer het god’lijk licht in d’openbaringen van de kunst.”

Kerk en museum zijn geen gescheiden werelden. „Ze vullen elkaar aan in het zoeken naar het transcendente. En in beide krijgt de bezoeker onderricht.”

De aanwezigheid van religie in musea is soms overduidelijk. Zoals bij de tentoonstelling over Maria, vorig jaar in het Catharijneconvent, of de expositie ”Heilig vuur” in het Stedelijk Museum in Amsterdam in 2008.

Soms ligt religie wat minder aan de oppervlakte. Want wat betekenent het dat Museum Boymans Van Beuningen in Rotterdam op zondagochtend museumdiensten belegt waarbij een kunstcriticus komt ‘preken’? Of dat er yogalessen in een museumzaal worden gegeven?

Aan de andere kant presenteren kerken zich steeds vaker als musea. „In bushokjes hangen posters van het Grootste Museum van Nederland. In dit project brengen elf kerken en twee synagogen hun erfgoed onder de aandacht. Deze kerken worden gebruikt voor de eredienst, en tegelijk staan ze open voor bezoekers.”

Dat blijkt succesvol, aldus de kunsthistorica. „Deze zomer zijn er drie nieuwe ‘vleugels’ aan het museum toegevoegd.” Het gaat om de kathedrale basiliek Sint-Bavo in Haarlem, de Munsterkerk in Roermond en de Walburgiskerk in Zutphen.

Sommige kerken zijn een museum, zoals de Sagrada Familia in Barcelona, waarvan de bouw in 1882 begon maar die nog niet is voltooid. Of de Oude Kerk in Amsterdam. „Die is sinds vorig jaar officieel een museum, maar op zondag is er nog een dienst en op woensdagavond oefent de cantorij.”

Er zijn dus overeenkomsten tussen kerken en musea, stelt Wijnia. Ze nemen elementen van elkaar over, maar vervangen doen ze elkaar niet. „Ze leiden geen gescheiden levens.”

Het gebouw van Museum Catharijneconvent in Utrecht, een voormalig klooster, bestaat 550 jaar. De karmelieten, een middeleeuwse bedelorde, startten in 1468 met de bouw. Na de Reformatie deed het complex lange tijd dienst als ziekenhuis. Sinds 1979 is Museum Catharijneconvent in het klooster gevestigd. De collectie laat het religieuze verleden van Nederland zien.

Ter gelegenheid van het 550-jarig bestaan van het voormalig kloostergebouw is tot en met 9 september de tentoonstelling ”Shelter” te zien. Hedendaagse kunstwerken, onder anderen van Damien Hirst en Marlene Dumas, worden gecombineerd met eeuwenoude kunstschatten van het museum.

Reformatorisch Dagblad