Paus prijst paus de hemel in: dat smaakt naar niks



Oud-journalist Pieter van der Ven had nog zo gehoopt dat juist paus Franciscus het niet zou doen: zijn voorganger heilig verklaren. Maar helaas.

Een berichtje meldde dat paus Franciscus nog dit jaar zijn voorganger Paulus VI (1963-1978) heilig zal verklaren. Een klein bericht, zonder commentaar, duiding, achtergrond. In zo’n veertig jaar hebben drie pausen méér ‘heiligen verklaard’ dan hun 250 voorgangers tot dan toe.

Het fenomeen ‘heilig verklaren’ lijkt aan inflatie onderhevig: in de jaren vijftig stroomde bij zo’n uitzonderlijke gelegenheid het Sint-Pietersplein nog vol, wijdden katholieke journalisten bevlogen verhalen aan paus Pius X, of het maagd-martelaresje Maria Goretti. Beider buitensporige deugden en wonderen werden met welriekende inkt lang en breed uitgemeten.

Misschien moeten we het later nog eens hebben over de aanstaande heilige paus Paulus VI. Over zijn deugden, de voortreffelijkheid van zijn beleid, over il papa Amletico (‘paus Hamlet’) – heel interessant hoor, met al die twijfel en angst die hem aankleefden. Maar nu toch even niet.

Niet Paulus VI is het probleem, maar paus Franciscus. Voor velen is hij met recht en reden een eerste ware opleving sinds 1963, na Johannes XXIII. Even had ik gehoopt dat hij, juist hij, radicaal een eind zou maken aan wat lijkt misgroeid tot een vorm van pauselijke zelfbevlekking: pausen die hun voorganger(s) heilig verklaren. Het is begonnen bij Pius XII, die in 1954 de paus van zijn jonge priesterjaren tot de ‘eer der altaren’ verhief. Een kwarteeuw later nam de inmiddels ook heiligverklaarde Johannes Paulus II dit over. Hij verhief voorgangers Pius IX (†1878) en Johannes XXIII (†1963) tot zalige hoogte – en had liefst Pius XII in één moeite door meegenomen. Hij deinsde toch terug voor het verzet van joodse kant.

Misschien was hijzelf, de ‘Macher’, eigenlijk niet zo onder de indruk van Pius XII die in de oorlog zo lang – zo laf? – althans zo diplomatiek had gezwegen.

In zijn acht jaar als paus kon je Benedictus XVI niet betrappen op deze vorm van egotripperij. Vond hij dat zoiets eigenlijk niet hoorde? Dat het in de buurt kwam van wat de Nederlandse katholieke psychiater Anna Terruwe (†2004) al eens had gelabeld – en niet bejubeld – als zelfbevestiging? Heiligverklaring als een voorschot?

Wat daarvan zij, paus Franciscus neemt sindsdien onverdroten de draad van JP II weer op: Johannes XXIII heilig, JP II eveneens, Paulus VI zalig, straks heilig, en JP I in voorbereiding. Juist hij leek geknipt om dit fenomeen radicaal te stoppen. Hij hoefde slechts bij zijn directe voorganger aan te sluiten, maar nee. Dat deed hij juist niet.

In mijn boek ‘Hoog feest voor Paars’ (2016) gaf ik een opzet voor een Motu proprio, een pauselijk document ‘uit eigen beweging’: ‘Vanaf deze dag zullen wij nooit meer een voorganger heilig/zalig verklaren. Wij, uw opperherders, zijn immers slechts onnutte dienstknechten. De geschiedenis leert dat wij onze taak op z’n best met een magere voldoende verrichten. Het is altijd maar een verschuldigd minimum.

‘Onze heilig- en zaligverklaringen zijn voortaan gereserveerd voor wie zich elders bovenmate in deugd en/of bloed onderscheiden. Wij, pausen-onder-elkaar doen er niet meer aan mee, zijn niet meer in de race – ook niet in de voorbereidende processen, die zonder ons al duur genoeg zijn…”. Was getekend: Franciscus.

Van paus Franciscus valt veel goeds te zeggen – meer dan een heiligverklaring meer of minder. Wie maakt zich daar druk om? Een rariteit, kerkelijke fol­klore. Maar in zulke vergeten groenten alla romana ontdekt de fijnproever verrassende, subtiele smaken. Paus prijst paus de hemel in: dat smaakt naar niks.

trouw.nl