Met de Reformatie woei een onfrisse wind door Europa



Het zou goed kunnen dat het de meeste niet-protestanten, dus veruit het grootste deel van de Nederlanders is ontgaan dat 2017 het jaar was waarin werd herdacht dat een half millennium geleden de Reformatie ontstond. Dit ondanks het feit dat er naast herdenkingen in protestantse kring eind oktober tevens een nationale herdenking plaatsvond.

Vanuit de katholieke kerk klonken vooral verzoenende woorden. Niet langer werden van officiële zijde de ‘ketterse’ gedachten veroordeeld. Gezamenlijk met de protestanten werd juist de 500 jaar geleden ontstane breuk in het christendom betreurd, zonder een schuldige aan te wijzen. ‘We zien uit naar de dag dat wij een verenigde kerk zijn’, zo verklaarde bijvoorbeeld het ‘Rome-Reformatie-overleg’ van de verschillende kerken in Nederland.

Liberalen zijn voor een duidelijke scheiding van kerk en staat. Iedere burger moet zelf uitmaken wat hij of zij wenst te geloven, of wat men niet wenst te geloven. Voor liberalen tonen de godsdienstoorlogen die het gevolg waren van de Reformatie, los van de vraag wie de voornaamste verantwoordelijkheid daarvoor droeg, aan hoe onzalig het is religie en politiek te vermengen, zeker zodra godsdienstige mensen hun eigen geloof aan anderen gaan opleggen.

Strikt genomen hebben liberalen vanuit hun politieke overtuiging geen oordeel over het verschijnsel Reformatie. Toch heeft menig liberaal zich er in zoverre positief over uitgelaten dat de Reformatie wel is aangeduid als een stap in de emancipatie van de mens naar een leven waarin hij eigen verantwoordelijkheid kon gaan dragen, en door zelf de Schrift te lezen werd aangemoedigd zelfstandig na te denken. Zo bezien zou de Reformatie een voorbode van de Verlichting zijn geweest.

Mij lijkt dat een nogal verwrongen kijk op het verleden. Het laatste dat Luther, Calvijn en andere invloedrijke Reformatoren immers voorstonden was dat iedereen zijn eigen interpretatie aan de Bijbel zou kunnen geven. Voor Luther én Calvijn gold er maar één waarheid: de hunne. Wie daar van afweek werd door hen niet minder hard aangepakt dan ketters door de Inquisitie. Het religieus pluriforme Europa dat door de Reformatie ontstond was niet hun wens, maar een door hen scherp bestreden gevolg van hun optreden.

Ons eigen land beroept zich graag op een traditie van tolerantie. Maar die is voor wat betreft de zestiende of zeventiende-eeuwse Nederlanden in ieder geval niet te danken aan de zojuist bekeerde gelovige calvinisten. Met de beeldenstorm die door ons land (en door het hedendaagse België) raasde lieten deze calvinisten zien dat zij zestiende-eeuwse voorlopers van de taliban waren. Dat de discriminatie tegen katholieken en overige andersgelovigen in de Nederlandse Republiek niet nóg schrijnender uitpakte dan reeds het geval was, was niet aan de calvinistische leiders of aan hun volgelingen te danken maar aan pragmatische regenten.

Als liberaal houd ik mij verre van de theologische disputen tussen protestanten en katholieken. Toch bracht zowel Luther als Calvijn minstens één vernieuwing aan met een diep anti-liberale strekking. Beiden ontzegden namelijk de mens een vrije wil. Voor een liberaal is de vrije wil een kern van het mens-zijn. Dat is dan in ieder geval een element waarin liberalen en katholieken het met elkaar eens zullen zijn.

Aan de Reformatie gingen de Renaissance en het humanisme vooraf. Deze beide geestelijk-culturele fenomenen in de geschiedenis kunnen waarachtig worden beschouwd als een emancipatiefase van de mens uit strak collectief denken en handelen, en zij vormden achteraf bezien een wegbereiding naar een meer liberaal Europa. De Reformatie zette die ontwikkeling niet voort maar kwam neer op een ernstige terugval in de geschiedenis. Pas met de Verlichting eind zeventiende en in de achttiende eeuw kon de bevrijding van het individu uit traditionele en institutionele banden worden voortgezet. De Reformatie vormde derhalve geen brug naar de Verlichting maar betekende een nare anderhalf tot twee eeuwen durende onderbreking van die ontwikkeling naar de mogelijkheid voor burgers zelfstandig na te denken en daarnaar te handelen.

Op 31 oktober hield de Duitse lutherse theologe Katharina Kunter in Utrecht de eerste door de PKN georganiseerde ‘protestantse lezing’. Hoewel zij op onderdelen de Reformatie prees, verdoezelde zij haar schaduwzijden niet. Onomwonden omschreef zij Luther als ‘een intolerante fundamentalist’ en erkende zij dat deze eerste Reformator allerminst naar religieuze pluraliteit streefde. ‘Protestantse christenen en kerken hebben vaak opnieuw het lelijke gezicht van een intolerante, onmenselijke religie laten zien’, zo voegde Kunter toe. Toch meende zij: ‘de Reformatie is een frisse wind’.

Dat kan ik uit liberaal oogpunt onmogelijk onderschrijven. De Reformatie wierp ons continent juist terug in duistere en onwelriekende krochten. Pas de Verlichting bracht de aangename zonnestralen en de verfrissende wind waar denkend Europa sinds de Renaissance zo naar had gesnakt.

Patrick van Schie is historicus en directeur van de TeldersStichting, de liberale denktank van Nederland gelieerd aan de VVD. Hij schrijft deze column op persoonlijke titel. Lees hier zijn eerdere columns.