In het vervolg 'amen' zeggen!



Het is een zondagochtend in Parijs. Naar goed gebruik hebben we de kerk opgezocht die het dichtst in de buurt van ons logeeradres ligt. Het blijkt een levendige Rooms-Katholieke Kerk te zijn, die om half elf helemaal vol zit.

Mijn Frans is minder dan matig, maar ik vind het mooi om, waar ook ter wereld, een uurtje samen te zijn met mensen die ook in God geloven. In rooms-katholieke kerken staan we dan altijd voor een dilemma: nemen we deel aan de eucharistie? Op mijn reformatorische middelbare school is mij het verschil tussen avondmaal en eucharistie glashelder uitgelegd: katholieken geloven in de transsubstantiatieleer, oftewel, zij geloven dat brood en wijn echt veranderen in lichaam en bloed van Christus. Protestanten zoals ik geloven dat niet.

Een goede reden om niet deel te nemen aan de eucharistie, zou je kunnen zeggen. Maar ja, in de praktijk doen veel katholieken er niet ingewikkeld over. En wat is er dan mooier om wanneer je samen bent met andere gelovigen, samen de dood van de Heer te gedenken?

Mijn vrouw en ik kijken elkaar even aan en we besluiten naar voren te lopen. Mijn vrouw krijgt de hostie uitgereikt, maar bij mij gaat het anders. De pastoor zegt wat in het Frans en kijkt me daarna doordringend aan. Ik begrijp hem niet en vertel hem dat ik nauwelijks Frans spreek. Na nog wat Franse zinnen, vraagt de man ineens indringend: ‘Are you a christian?’ Daar kan ik van harte ‘yes!’ op zeggen en even lijkt het goed te komen. De pastoor legt de hostie in m’n hand, maar bedenkt zich en trekt z’n hand met hostie en al weer terug. Met zijn duim drukt hij daarna een zegen op m’n voorhoofd.

Na afloop word ik aangesproken door een vrouw, die zich zichtbaar ongemakkelijk voelt bij wat er is gebeurd. Ze vraagt me hoe of wat en legt me het verschil tussen avondmaal en eucharistie uit. Ik heb nog slechts één vraag: hoe wist die pastoor dat ik protestant ben? Dat is voor de mevrouw ook de vraag. “Heeft u gewoon ‘amen’ gezegd toen de pastoor u de hostie gaf?” vraagt ze. “Oef,” antwoord ik eerlijk, “ik denk dat ik ‘merci’ heb gezegd”. We zijn er meteen uit. Mijn ‘merci’ verraadde me als protestant.

In het vervolg ‘amen’ zeggen. Of blijven zitten.

EO