Rapport Kerk in Nood: ‘Christenvervolging is groter dan ooit in de geschiedenis’



Dat stelt de internationale katholieke hulporganisatie Kerk in Nood in haar tweejaarlijkse rapport Vervolgd en vergeten? dat vandaag verscheen.

De toegenomen wereldwijde christenvervolging in de periode augustus 2015 – juli 2017 is volgens Kerk in Nood “vooral veroorzaakt door een toenemend aantal aanvallen op gelovigen door Daesh (ISIS), Boko Haram en andere fundamentalistische groepen”.

Kerk in Nood ziet ten aanzien van de wereldwijde christenvervolging “groeiende problemen in diverse landen met een moslim-meerderheid en in autoritaire staten zoals Eritrea en Noord-Korea”.

In bijna alle landen die Kerk in Nood voor dit rapport onderzocht is de situatie voor christenen verslechterd. Een uitzondering daarop is Saoedi-Arabië: daar is de toestand voor christenen dusdanig slecht dat deze nog nauwelijks kan verslechteren, aldus Kerk in Nood.

“Zowel qua aantallen betrokkenen, de ernst van de gepleegde misdrijven als qua impact, is de vervolging van christenen vandaag de dag groter dan ooit in de geschiedenis. Niet alleen zijn christenen meer vervolgd dan elke andere geloofsgroep, maar steeds meer mensen ervaren de ergste vormen van vervolging”, aldus de Brit Johan Pontifex, een van de samenstellers van het rapport.

Kerk in Nood concludeert dat hoewel “veel geloofsgemeenschappen lijden onder extremisten en autoritaire regimes”, “christenen de meeste vijandigheid en geweld hebben ervaren”.

Dat blijkt volgens de internationale katholieke hulporganisatie uit “een reeks voorbeelden waaruit de omvang van de problemen van christenen in dertien kernlanden diepgaand worden beoordeeld”.

In het rapport staat een overzicht van de situatie van de godsdienstvrijheid voor de verschillende geloofsgemeenschappen van het betreffende land.

In China, dat 127 miljoen christenen telt, is de christenvervolging toegenomen “als gevolg van nieuwe pogingen om het christendom in overeenstemming te brengen communistische idealen”, aldus het rapport. Zo zijn in de Chinese provincie Zhejiang meer dan tweeduizend kerken en kruisen neergehaald, en worden geestelijken in China nog steeds routinematig vastgehouden door de autoriteiten.

In het Midden-Oosten “zijn christenen onevenredig hard getroffen”, “tijdens de genocidecampagne door Daesh (ISIS) en andere islamitische militante groeperingen”, stelt Kerk in Nood. In Irak is meer dan de helft van de christelijke bevolking vluchteling in eigen land. Het aantal christenen in de Syrische stad Aleppo, tot 2011 de thuisbasis van de grootste christelijke gemeenschap van het land, daalde van 150.000 tot amper 35.000 – een daling van meer dan 75 procent.

Kerkleiders in het Midden-Oosten beklagen zich er volgens Kerk in Nood over dat de internationale gemeenschap “de noden van de christenen over het hoofd” ziet. Hoewel nationale overheden en internationale organisaties erkennen dat er in het Midden-Oosten genocide heeft plaatsgevonden, voelen deze kerkleiders zich vergeten door de internationale gemeenschap.

Ook in Afrika is extremisme “een groeiend probleem”, stelt Kerk in Nood: “Vooral in Nigeria – waar Boko Haram meer dan 1,8 miljoen mensen heeft ontheemd”. Zo zijn er in het Nigeriaanse bisdom Kafanchan “binnen vijf jaar 988 mensen gedood, 71 dorpen met een christelijke meerderheid , 2.712 woningen en twintig kerken vernietigd”.

De internationale katholieke hulporganisatie Kerk in Nood steunt projecten in 146 landen.