Als er nu een Nederlandse bisschopszetel vacant zou worden, dan is het niet verkeerd om een buitenlandse kandidaat in overweging te nemen. Dat zegt de Brabantse priester Cor Mennen, pastoor te Oss en kanunnik van het kathedraal kapittel van Den Bosch, vanavond in het RKK-radioprogramma Andersdenkenden.
Volgens de Bossche kanunnik leveren de Nederlandse bisdommen te weinig priesters af. “Daardoor is de spoeling dun. De kans wordt dan ook kleiner dat er onder de eigen clerus geschikte kandidaten voor het bisschopsambt zijn.” Een bijvoorbeeld Duitse bisschop als opvolger van bisschop Hurkmans van Den Bosch moet volgens Mennen niet worden uitgesloten. “Maar dan moet hij wel goed Nederlands leren spreken."
Mennen kwam recentelijk in het nieuws met een column op zijn website waarin hij felle kritiek levert op de overleden emeritus bisschop Jan Bluyssen. Die zou het jongemannen met priesterroeping erg moeilijk hebben gemaakt, waardoor zij uit moesten wijken naar het grootseminarie Rolduc van het bisdom Roermond.
Pastoor Mennen schrijft uitdrukkelijk dat hij zich niet kant tegen de persoon van Bluyssen, maar tegen diens beleid. “[Bluyssen was] net als de meeste priesters in die tijd, te veel in de ontwikkeling [van secularisering en ontkerkelijking] meegegaan en zo is het woord van Jezus (als waarschuwing tegen een te grote aanpassing aan de wereld) aan onze vaderlandse kerk werkelijkheid geworden: ‘als het zout zijn kracht verliest, waarmee zal men dan zouten? Het dient alleen nog om weggeworpen en vertrapt te worden.’ Dat vertrapt worden is nu volop aan de gang”, schrijft Mennen in de column Gebroken zwart, een zinspeling op Bluyssens boek Gebroken wit.
Mennen staat in het bisdom Den Bosch bekend als een man die geen blad voor de mond neemt. Als verdediger van de orthodoxie is hij zelfs niet bang om bisschoppen te bekritiseren. Hij spreekt steeds over “de waarheid”, die volgens hem identiek is aan de doctrine van de Katholieke Kerk. In zijn kritiek jegens hen die deze waarheid geweld aan doen, gaat hij fel tekeer. “Ik begrijp wel dat mensen mij haten”, zegt hij in Andersdenkenden. Maar hij beschouwt zijn optreden nu eenmaal als een noodzakelijke rol. “Ik vind het niet altijd zo leuk. Het is helemaal niet leuk om als een fossiel beschouwd te worden. Ja, echt, er zijn mensen die dat zeggen.”
Hij verwijt zijn tegenstanders dat ze zich beroepen op de geest van het Tweede Vaticaans Concilie, terwijl ze van de werkelijke besluiten van het concilie maar weinig kaas hebben gegeten. “Men heeft natuurlijk van Vaticanum II nooit veel begrepen en nooit iets gelezen. Men heeft alleen gedacht: alles is veranderd en alles wat ik nu ga zeggen is van Vaticanum II. Maar alles wat ik nu zeg is volgens mij van Vaticanum II, maar zij noemen dat allemaal ouderwets. En tegen die domheid kun je bijna niet op.”