Het Vaticaan heeft vandaag met klem tegengesproken dat paus Franciscus zweeg toen in zijn vaderland Argentinië de mensenrechten werden geschonden. In de periode 1976-1983 werd het land door een junta geregeerd. Pauselijk woordvoerder pater Federico Lombardi zei dat dergelijke beschuldigingen luid en duidelijk moeten worden weersproken.
Critici zeggen dat Jorge Bergoglio destijds als provinciaal-overste van de Argentijnse jezuïeten geen stelling nam tegen de militaire dictatuur en dat hij heeft nagelaten priesters te beschermen die door het bewind werden vervolgd. Volgens Lombardi, evenals paus Franciscus een jezuïet, komen de beschuldigingen uit een antiklerikale en linkse hoek.
Pater Lombardi zegt verder dat er nog nooit een geloofwaardige aanklacht tegen de nieuwe paus is ingediend. Hij wees er ook op dat de jezuïet die onvoldoende door Bergoglio zou zijn beschermd of zelfs door hem zou zijn uitgeleverd aan de junta, zich met de paus verzoend heeft.
De jezuïeten in München hebben vandaag inderdaad gemeld dat die verzoening heeft plaatsgevonden. Het gaat om de Hongaarse jezuïet Francisco Jalics, die al geruime tijd in Duitsland woont. Jalics is jaren geleden op uitnodiging van Bergoglio naar Buenos Aires gereisd, waar het verzoeningsgesprek plaatsvond. Bergoglio was toen aartsbisschop van Buenos Aires. Jalics en zijn inmiddels overleden ordegenoot Orlando Yorio werden in 1976 opgepakt en opgesloten in een kazerne, waar ze werden gemarteld. Vijf maanden later werden ze vrijgelaten. Ze werden halfnaakt en gedrogeerd aangetroffen.
Jorge Bergoglio heeft altijd tegengesproken dat hem iets te verwijten viel. Gisteren kreeg hij steun van de Argentijnse kunstenaar en mensenrechtenactivist Adolfo Pérez Esquivel. Die zei dat Bergoglio geen handlanger van de dictatuur was. Pérez Esquivel won in 1980 de Nobelprijs voor de Vrede, vanwege zijn strijd voor de mensenrechten.
bron: Katholiek Nederland