Katholieke jongeren verdienen beter dan goedkoop cynisme



Jos Vranckx, oud-journalist van Gazet van Antwerpen en medewerker van het christelijk opinieweekblad Tertio, vindt dat de katholieke jongeren, die dezer dagen verzamelen in Madrid, beter verdienen dan goedkoop cynisme. De Wereldjongerendagen hebben alles van een modern festival, behalve dan dat de bezoekers komen om zich te laten gaan op God.

Met de aankomst van paus Benedictus XVI, en een grimmige tegenbetoging, zijn gisteren de Wereldjongerendagen in Madrid officieel van start gegaan. Er worden dit weekend anderhalf miljoen deelnemers verwacht op het grootste festival ter wereld. Muziekfestivals verzinken daarbij in het niets, ook al zijn er overeenkomsten.

In deze tijden is een positief verhaal over - godbetert - een evenement van de katholieke kerk natuurlijk een hachelijke onderneming. Dat jongeren uit de bol gaan op popfestivals vindt iedereen fantastisch, maar het wordt verdacht als jongeren, zonder behulp van alcohol of drugs, blij en enthousiast worden voor Christus. Dan denkt men al gauw aan indoctrinatie. Alsof de grote indoctrinatie niet van een andere kant komt.

Natuurlijk, wie de Wereldjongerendagen, kortweg WJD, wil doodverven als een opflakkering van uitstervende katholiciteit, ook in een 'oerkatholiek' land als Spanje, heeft daar zeker argumenten voor. Zelfs al zullen dit weekend twee miljoen jongeren 'Benedetto!' scanderen en de paus als een popster bejubelen, dan nog gaat het nog om een kleine minderheid en heeft de mainstreamjeugd hier geen boodschap aan. In Vlaanderen gaan de 600 WJD-deelnemers de kerk niet veranderen.

Maar er is ook een andere benadering mogelijk. Toen ik in 1989 als journalist met een groep Vlaamse jongeren meetrok naar de eerste echte WJD in Santiago de Compostela, was ik stomverbaasd daar een massa jongeren aan te treffen voor wie de karikaturen helemaal niet bleken te kloppen. Jongeren op en top van deze tijd, net zoals je ze op popfestivals ziet. Ze beleefden het geloof als een weg die men samen op gaat, in vrijheid, eerder dan als een pakket waarheden die men aanneemt.

Het meest verbazend was hun enthousiasme voor de bejaarde paus, een vaderfiguur als symbool van de wereldkerk, in plaats van spot en oppositie zoals toen bon ton was.

Niemand kiest vandaag nog voor het geloof op basis van rationele argumenten of sociale druk. Wel als hij of zij existentieel geraakt is, in het hart. En dat was wellicht het uitgangspunt van de vorige paus toen die het initiatief lanceerde, ook al werd dit overal op scepsis onthaald. Het succes van de eerste uitgave, met 300.000 deelnemers, werd nadien nog overtroffen met een tot twee miljoen in Parijs, Rome en Keulen. En, vooral, met veel enthousiasme.

Verklaring voor het succes is volgens experts de 'postmoderne' combinatie van flitsende moderniteit inzake muziek en enscenering en premoderne tradities. In de eerste plaats de pelgrimage zelf - met spontane ontmoeting, wederzijdse aanvaarding wie je ook bent, ruimte voor stilte en voor het onverwachte, voor zowel inkeer als feest, maar ook fysiek afzien en zelfs ontbering. Zoals tijdens de overnachting in openlucht - honderdduizenden jongeren op slaapmatjes in het veld.

Een premodern ritueel dat op de voorbije WJD's verrassend sterk uit de hoek kwam, is de kruisweg: het verhaal van Jezus' lijden en dood in veertien staties. De uitbeelding ervan op gigantische schermen en op wolkenkrabbers in de straten van Toronto in 2002, was een ervaring die bij velen door merg en been ging. Datzelfde geldt ook voor de avondwake in Keulen (2005) toen paus Benedictus XVI de twee miljoen jongeren had uitgenodigd tot gebed in stilte. Zo'n massa die minutenlang stil is, het is adembenemend.

Typisch 'postmodern' is misschien ook dat je op de WJD jonge paters ongegeneerd ziet rondlopen in traditionele bruine pij en leuke jonge nonnen rondfladderen in habijt. Identiteiten worden hier niet weggestopt maar met veel succes gecultiveerd. Hoe veelkleuriger, hoe beter. Eenheid in verscheidenheid.

De WJD zijn méér dan festival en 'reli-pop', meer dan emo en kicks, want veel aandacht gaat naar catechese, vieringen en gemeenschapsleven. Het Woodstockaspect, dat het meest opvalt, verbergt heel wat andere, serieuze ingrediënten.

En dat mist zijn effect niet. Ik heb het vaak genoeg meegemaakt dat jongeren, die louter voor de lol meegingen, en veranderd terugkeerden. Ze waren geloof en kerk met nieuwe ogen gaan bekijken. Niet meer enkel de schaduwkanten, de schandalen en banaliteit, maar nu ook de verbazende kracht en kleur van de wereldkerk, de spirituele rijkdom die zin kan geven aan het leven en je horizon openbreekt, de sociale dimensie die zo essentieel is voor het christendom. Vertrouwen ook dat de kerk, zoals eerder in de geschiedenis, van onderuit vernieuwing en een gedaanteverandering zal ondergaan. De WJD kunnen dan ook gezien worden laboratorium voor de kerk van morgen.

In 1989 stond alles nog in het teken van politieke vrijheid na de val van het communisme, waarbij paus Johannes Paulus II in één adem ook waarschuwde dat het wilde kapitalisme geen haar beter was! Sindsdien hebben de WJD zich steeds meer geprofileerd als een soort tegencultuur, in een periode dat religie, traditie en familie werden ontmaskerd als vehikels van onderdrukking en vervolgens afgeschaft.

In deze tijd, waarin we van de ene crisis in de andere terechtkomen, wordt het stilaan voor iedereen duidelijk dat doorgeslagen materialisme en individualisme niet vreemd zijn aan de kwalen die woekeren in politiek, economie en samenleving. Er is nood aan een fundamentele bezinning over waar het met onszelf en met de wereld naartoe moet. Aan een bezielend alternatief voor de moedeloosheid en wanhoop die ook bij veel jongeren de kop opsteken.

De WJD laten een andere weg zien dan die van fatalisme en stuurloosheid. Dat er diepere bronnen zijn van vernieuwing en humaniteit. Dat de huidige crisis een kans kan zijn.

De jongeren in Madrid verdienen dus vertrouwen, eerder dan goedkoop cynisme. In deze sombere zomer, ook wat het wereldnieuws betreft, kunnen we wat Spaanse zon goed gebruiken. De WJD kunnen dat lichtstraaltje ongetwijfeld leveren, voor wie het wil zien.

bron: De Morgen