De paus is bereid opnieuw misbruikslachtoffers te ontmoeten



Vaticaans woordvoerder Lombardi heeft het in verklaring opgenomen voor de manier waar de Kerk de problemen rond seksueel misbruik aanpakt. Hij noemde paus Benedictus XVI in dezen “een coherente gids op het pad van gestrengheid en waarheid”. Ook merkte hij op dat de paus eerder slachtoffers van misbruik ontmoette en bereid is dit weer te doen.

Hoe moet de Kerk nu verder, vraagt Lombardi zich in de verklaring af. In de eerste plaats "door de waarheid te blijven zoeken, en vrede voor de slachtoffers. In van de opvallendste dingen is dat vandaag de dag zoveel innerlijke wonden aan het licht komen, wonden die ook dateren van vele jaren (soms decennia) geleden, maar blijkbaar nog steeds open. Veel slachtoffers zoeken geen financiƫle compensatie maar innerlijke assistentie, een oordeel over hun pijnlijke individuele ervaringen. Dat is iets dat wij nog helemaal moeten leren begrijpen; misschien hebben wij een diepere ervaring nodig van gebeurtenissen die zo'n negatieve impact hebben gehad op het leven van individuen, van de Kerk en van de maatschappij".

“Naast zorg voor slachtoffers moeten we, daadkrachtig en waarheidsgetrouw, de correcte procedures blijven implementeren voor de kerkrechtelijke beoordeling van de schuldigen, en voor de samenwerking met de burgerlijke autoriteiten (…). Alleen op die manier kunnen we hopen effectief een klimaat te herscheppen van rechtvaardigheid en compleet vertrouwen in het kerkelijk instituut.”

Volgens Lombardi had “een aantal leiders van gemeenschappen en instituten, door onervarenheid of onvoorbereid zijn, geen klaar begrip van de protocollen en criteria voor ingrijpen, die hen hadden kunnen helpen beslissend in te grijpen (…)”. Ook als dat moeilijk of pijnlijk was, schrijft de pater, omdat zij vaak “verrast” werden door de beschuldigingen.

“Maar terwijl burgerlijk recht ingrijpt door algemene normen, moet het kerkelijk recht rekening houden met de morele zwaarte van een misbruik van het vertrouwen in personen die verantwoordelijke posities in de kerkgemeenschap bekleden, en met de flagrante tegenstelling met het gedrag dat zij zouden moeten vertonen. In deze zin zijn transparantie en gestrengheid urgente vereisten als de Kerk wil getuigen van wijs en rechtvaardig bestuur.”

Lombardi noemde het selecteren en vormen van priesterkandidaten en personeel van instellingen “de basis voor een effectieve preventie” van toekomstig misbruik. Daarbij is het vandaag de dag meer dan ooit belangrijk “een gezonde volwassenheid van de persoonlijkheid” te bereiken, “ook vanuit seksueel oogpunt”. De pater merkt op dat misbruik het meest voorkwam in “de meest intense periode van de ‘seksuele revolutie’ van de afgelopen decennia”. De vorming van geestelijken moet rekening houden met deze context en die van de secularisatie. Uiteindelijk betekent dat “het herontdekken en herbevestigen van de zin en het belang van seksualiteit, kuisheid en emotionele relaties in de hedendaagse wereld, en dat in concrete, niet slechts woordelijke of abstracte termen. Wat een bron van ongeordendheid en lijden kan het schenden of onderwaarderen ervan zijn!”

Lombardi wees erop dat de hele samenleving met het probleem van misbruik wordt geconfronteerd. Hij haalde cijfers aan waaruit blijkt dat onder de 62.000 mensen die in 2008 in de Verenigde Staten kinderen misbruikten, het aandeel katholieke priesters zo klein was dat er niet als groep rekening met hen werd gehouden.Het beschermen van minderjarigen en jongeren is iets dat veel verder gaat dan “het specifieke probleem met betrekking tot bepaalde leden van de clerus”, schrijft Lombardi. “Mensen die zich fijngevoelig, royaal en attent toewijden aan dit probleem verdienen dankbaarheid van iedereen, speciaal van de kerkelijke en burgerlijke overheden.”

“Tot slot: paus Benedictus XVI, een coherente gids op het pad van gestrengheid en waarheid, waardeert alle respect en steun, die hem uit alle delen van de Kerk bereikt. Hij is een pastor die goed in staat is om met rechtschapenheid en vertrouwen deze moeilijke tijd tegemoet te treden, waarin er geen gebrek is aan kritiek en ongefundeerde insinuaties.” Daarbij antwoordt de Kerk “geduldig op de langzame en geleidelijke vrijgave van gedeeltelijke en veronderstelde ‘onthullingen’ die zijn geloofwaardigheid trachten te ondermijnen, en die van andere instituten en individuen van de Kerk”.

bron: Katholiek Nieuwsblad