■ NOS ■ Kardinaal Adrianus Simonis, emeritus aartsbisschop van Utrecht, is overleden. Simonis, decennialang het gezicht van de Rooms-Katholieke Kerk in Nederland, was 88 jaar.
Simonis was dertien jaar lang bisschop in Rotterdam en daarna, tussen 1983 en 2008, aartsbisschop van Utrecht. Vanuit die laatste functie was hij tevens hoofd van de Nederlandse Rooms-Katholieke Kerk.
In 1985 benoemde paus Johannes Paulus II hem tot kardinaal, wat na de paus de hoogste rang in de Rooms-Katholieke Kerk is.
Kardinaal Eijk, de opvolger van Simonis in Utrecht, heeft volgens een verklaring van het aartsbisdom Utrecht met droefheid kennis genomen van zijn dood. De Kerk verliest iemand "met een groot pastoraal hart", zegt hij.
Simonis beleefde als kerkleider een bij vlagen roerige periode, in een tijd van ontkerkelijking. Zo werd het bezoek van de paus aan Nederland in 1985 overschaduwd door rellen. Ook woedde binnen de Kerk een felle strijd tussen vernieuwers en conservatieven.
Simonis stond aanvankelijk bekend als rechtzinnig en conservatief, maar kwam later meer open te staan voor modernisering van het geloof. Hij bleef tegenstander van zaken als euthanasie en abortus, maar ging er wel over in debat.
Enkele jaren na zijn emeritaat kwam Simonis in opspraak toen hij in een tv-interview de beladen uitspraak Wir haben es nicht gewusst in de mond nam toen het ging over seksueel misbruik in de katholieke kerk. Later bleek dat hijzelf wel degelijk wist van enkele gevallen. Zijn woorden noemde hij achteraf "ongelukkig gekozen".
Simonis woonde de laatste jaren in een zorgcentrum in Voorhout, niet ver van zijn geboorteplaats Lisse. Over het vooruitzicht van de dood was kardinaal Simonis eerlijk, schrijft het aartsbisdom Utrecht. "Hij keek niet uit naar het nauwe poortje dat ons straks allen te wachten staat. Het paradijs ligt daarachter, maar we moeten wel eerst alleen het avontuur aan."