■ Trouw ■ Waarom loop je op vakantie wél een kerk in? ‘Het is het wow-effect’ Ook wie de rest van het jaar geen voet in een godshuis zet, loopt op vakantie vaak wel een kerk(je) in. Wat maakt die gebouwen bijzonder? “Hier kan ik een kaarsje opsteken voor mijn overleden ouders. Thuis kan dat natuurlijk ook, maar dat is niet hetzelfde.”
Het is iets wat religiewetenschappers al langer bezighoudt: het wonderlijke gegeven dat godshuizen de mens beroeren. Onder meer Birgit Meyer, hoogleraar religiewetenschappen aan de Universiteit Utrecht, boog zich over de vraag wat een bezoek aan een kerkgebouw met je kan doen. Ze spreekt van het ‘wow-effect’. Verwondering, ontzag voor het grotere geheel, daar hoef je niet religieus voor te zijn. We zijn op zoek naar betekenisgeving en naar ervaringen die bepalen dat er iets anders en groters is dan het eigen bestaan, zegt Meyer. Dan gaat het niet om geloof in God, maar om de ervaring dat er ‘meer’ is.
Wat houdt een wow-effect precies in?
“Het is een gevoel van verbazing of ontzag tegenover iets wat groot en anders is. Het kan leiden tot opwinding of opgefoktheid, maar het kan ook leiden tot een rustige staat van aandacht. Religies proberen die gevoelens op verschillende manieren op te wekken.”
“Het is een gevoel van verbazing of ontzag tegenover iets wat groot en anders is. Het kan leiden tot opwinding of opgefoktheid, maar het kan ook leiden tot een rustige staat van aandacht. Religies proberen die gevoelens op verschillende manieren op te wekken.”
Hoe doen ze dat?
“In het katholicisme zijn onder andere de kerkgebouwen en het kruisbeeld belangrijke middelen. Mensen raken bijvoorbeeld onder de indruk van de grootte van een kerk en de kunst die er te zien is, of ze ervaren innerlijke rust door een kaarsje aan te steken. En wie gelooft, ziet het bestaan van God zo bevestigd.
“Zelf zie ik religie als een bemiddelingspraktijk tussen de gewone wereld hier en een verbeelde, andere werkelijkheid die zich niet direct toont. Zoals God, of de hemel voor christenen. Objecten en rituelen spelen een belangrijke rol bij de bevestiging daarvan. Mensen voelen daar verbazing, opwinding of iets anders bij. De toegang tot die werkelijkheid wordt daardoor als ‘echt’ of ‘authentiek’ ervaren.”
Bezoekt u zelf ook graag kerken en geeft dat u een bepaald gevoel?
“Ja, ik steek er altijd een kaarsje op met aandacht voor mijn geliefden. Ik kan niet goed zeggen waarom ik dat doe, ik vind het gewoon een mooie handeling. Ik ben niet gelovig, maar het toont wel iets van de hang naar rituelen.”
Ook andere wetenschappers onderzoeken het effect van religieuze gebouwen of objecten op bezoekers. Antropoloog Daan Beekers deed aan de Universiteit Utrecht onderzoek naar de herbestemming van kerken in Nederland. Ondanks een nieuwe functie, houden mensen vaak een speciaal gevoel in het kerkgebouw, dat te maken heeft met de eerdere religieuze functie.
Volgens Beekers komt dat niet voort uit de kerk zelf, maar uit de bezoeker, en is het gevoel een gevolg van de al aanwezige kennis, herinneringen of gedachten over kerken. Mensen vinden het gebouw belangrijk om de historische waarde of omdat het een ontmoetingsplaats is van mensen binnen de gemeenschap. Het gevoel zorgt ervoor dat ook niet-gelovigen binnen een gemeenschap strenge eisen kunnen stellen aan de herbestemming van een kerkgebouw.
Volgens die theorie zou het wow-effect dat we in een kerk ervaren alleen een bevestiging zijn van wat we al weten van religie of cultuur als we een kerk binnenstappen. Mattijs van de Port, hoogleraar antropologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam, denkt dat de architectonische vormen van een kerk niet alleen historisch of cultureel een betekenis hebben. Een lijn is anders en ‘zegt iets anders’ dan een boog. Dat is direct van invloed op het gevoel van de kerkbezoeker.
“In het katholicisme zijn onder andere de kerkgebouwen en het kruisbeeld belangrijke middelen. Mensen raken bijvoorbeeld onder de indruk van de grootte van een kerk en de kunst die er te zien is, of ze ervaren innerlijke rust door een kaarsje aan te steken. En wie gelooft, ziet het bestaan van God zo bevestigd.
“Zelf zie ik religie als een bemiddelingspraktijk tussen de gewone wereld hier en een verbeelde, andere werkelijkheid die zich niet direct toont. Zoals God, of de hemel voor christenen. Objecten en rituelen spelen een belangrijke rol bij de bevestiging daarvan. Mensen voelen daar verbazing, opwinding of iets anders bij. De toegang tot die werkelijkheid wordt daardoor als ‘echt’ of ‘authentiek’ ervaren.”
Bezoekt u zelf ook graag kerken en geeft dat u een bepaald gevoel?
“Ja, ik steek er altijd een kaarsje op met aandacht voor mijn geliefden. Ik kan niet goed zeggen waarom ik dat doe, ik vind het gewoon een mooie handeling. Ik ben niet gelovig, maar het toont wel iets van de hang naar rituelen.”
Ook andere wetenschappers onderzoeken het effect van religieuze gebouwen of objecten op bezoekers. Antropoloog Daan Beekers deed aan de Universiteit Utrecht onderzoek naar de herbestemming van kerken in Nederland. Ondanks een nieuwe functie, houden mensen vaak een speciaal gevoel in het kerkgebouw, dat te maken heeft met de eerdere religieuze functie.
Volgens Beekers komt dat niet voort uit de kerk zelf, maar uit de bezoeker, en is het gevoel een gevolg van de al aanwezige kennis, herinneringen of gedachten over kerken. Mensen vinden het gebouw belangrijk om de historische waarde of omdat het een ontmoetingsplaats is van mensen binnen de gemeenschap. Het gevoel zorgt ervoor dat ook niet-gelovigen binnen een gemeenschap strenge eisen kunnen stellen aan de herbestemming van een kerkgebouw.
Volgens die theorie zou het wow-effect dat we in een kerk ervaren alleen een bevestiging zijn van wat we al weten van religie of cultuur als we een kerk binnenstappen. Mattijs van de Port, hoogleraar antropologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam, denkt dat de architectonische vormen van een kerk niet alleen historisch of cultureel een betekenis hebben. Een lijn is anders en ‘zegt iets anders’ dan een boog. Dat is direct van invloed op het gevoel van de kerkbezoeker.
Is het lastig te bepalen wat het wow-effect precies veroorzaakt?
Een gelovige duidt kippevel misschien als een godsbewijs, maar een scepticus vraagt zich eerder af of het niet wat frisjes was in de kerk.
Meyer: “Ik ben geen theoloog, dus ik neem het bestaan van een god niet als uitgangspunt. Tegelijkertijd wil ik zeker niet zeggen: “Jouw geloof is onzin.” Als iemand God zegt te voelen, of een gevoel van kalmte, dan vraag ik me af waar dit gevoel op gebaseerd is en hoe het tot stand komt.
“Dat doe ik door te bestuderen welke middelen, zoals rituelen of voorwerpen, mensen gebruiken voor bepaalde ervaringen. Religieuze tradities zoals het christendom leveren die middelen. Dus het kan heel goed dat de één kippevel krijgt door een kaarsje aan te steken en dat een ander enthousiasme voelt bij een grote, hoge kerk.”
Meyer: “Ik ben geen theoloog, dus ik neem het bestaan van een god niet als uitgangspunt. Tegelijkertijd wil ik zeker niet zeggen: “Jouw geloof is onzin.” Als iemand God zegt te voelen, of een gevoel van kalmte, dan vraag ik me af waar dit gevoel op gebaseerd is en hoe het tot stand komt.
“Dat doe ik door te bestuderen welke middelen, zoals rituelen of voorwerpen, mensen gebruiken voor bepaalde ervaringen. Religieuze tradities zoals het christendom leveren die middelen. Dus het kan heel goed dat de één kippevel krijgt door een kaarsje aan te steken en dat een ander enthousiasme voelt bij een grote, hoge kerk.”
Gelovig of niet, iedereen kan het wow-effect ervaren?
“Zeker. Mensen die niet of niet meer geloven, hebben nog altijd de behoefte zichzelf te overstijgen en uit te wijken naar iets dat groter is dan zijzelf. Daar zit het effect. Mensen ervaren het gevoel ook op quasi-spirituele festivals en door yoga te doen. Of door extreme sporten te beoefenen, zoals op grote hoogte bergbeklimmen, om extreme opwinding te voelen.
“Ik vind het heel interessant dat het christendom, waarvan zeker Nederlanders zich in de afgelopen decennia massaal hebben afgekeerd, velen nog steeds betekenis geeft. Mensen die zeggen niet gelovig te zijn, bezoeken op vakantie wel een kerk en doen zelfs mee met de rituelen die daarbij horen. Ze steken een kaarsje aan, gebruiken wijwater, of bidden even. Sommigen voelen dan rust. Daarna verlaten ze de kerk en gaan weer hun eigen gang.
“Kunst draagt ook erg bij aan het belang dat mensen aan de kerk hechten. Als religiewetenschapper zie ik daarin de hang naar het sublieme. Zo is de kerk eigenlijk voor iedereen: voor gelovigen, kunstliefhebbers en mensen die geïnteresseerd zijn in erfgoed.”