Maria-Tenhemelopneming of Onze-Lieve-Vrouw Hemelvaart is de katholieke feestdag waarop de opneming van Maria in de hemel "met lichaam en ziel" wordt herdacht en gevierd. In de Orthodoxe Kerk wordt dit feest de Ontslapenis van de Moeder Gods genoemd.
Over het overlijden en vervolgens met lichaam en ziel opgenomen worden in de hemel van Maria zijn verschillende verhalen in omloop die uit de kerkelijke traditie afkomstig zijn. In de Bijbel wordt er niet over geschreven. Maria moet ergens tussen 36 en 50 n.Chr. zijn overleden ofwel in Jeruzalem ofwel in Ephese. Volgens een bepaalde traditie waren alle apostelen hierbij aanwezig, behalve Tomas. Toen deze aankwam was Maria's lichaam al begraven en om haar toch eer te bewijzen bezocht Tomas in zijn eentje haar graf. Tomas zag toen de tenhemelopneming van Maria. Daarbij kreeg hij van Maria haar gordel. De overige apostelen geloofden dit niet totdat hij hun de gordel toonde en het lege graf.
Een opmerkelijke omkering van de situatie toen Tomas als enige apostel aanvankelijk niet geloofde in de verrezen Christus. De Legenda Aurea van Jacobus de Voragine vermeldt een andere overlevering die wél meer aansluit bij de Bijbelse Tomas. Ook hier zijn alle apostelen, behalve Tomas, getuige van Maria's dood, maar eveneens van haar tenhemelopneming. Als Tomas zich later aansluit bij hen, gelooft hij de apostelen niet. Plotseling valt de gordel van Maria uit de hemel, waarop Tomas alsnog gelooft dat Maria lijfelijk ten hemel is gevaren.
Na het concilie van Efeze (431), waar Maria de titel "Moeder van God" (Theotokos) kreeg toebedeeld, kende de Mariaverering een sterke opgang. De oudste feesten 'Maria Boodschap' en de 'Opdracht in de tempel' waren nog vooral op Christus zelf gericht. Later ontstonden feesten waarbij Maria als heilige werd geëerd: 'Maria Geboorte' en 'Maria-Tenhemelopneming'. Dit laatste werd in 582 door keizer Mauriciusofficieel in Byzantium ingevoerd. Op 15 augustus werd voor die tijd al de verjaardag van de kerkwijding van een aan Maria toegewijde basiliek op de weg tussen Betlehem en Jeruzalem gevierd. Rome nam het feest van Maria-Tenhemelopneming over in de zevende eeuw onder paus Sergius I.
Dogmaverklaring
Tijdens het Eerste Vaticaans Concilie (1869-1870) hadden 200 bisschoppen om de dogmatische definitie van de lichamelijke tenhemelopneming van Maria gevraagd. In 1950 kondigde paus Pius XII het dogma fidei van de Tenhemelopneming af en bevestigde het in de Apostolische Constitutie Munificentissimus Deus. De formulering van het dogma is als volgt:
Daarom na telkens en telkens opnieuw onze smeekbeden tot God te hebben verheven en de Geest der Waarheid te hebben aangeroepen: tot glorie van de Almachtige God, die met bijzondere welwillendheid zijn gaven aan de Maagd Maria heeft uitgedeeld: ter ere van zijn Zoon, de onsterfelijke Koning der eeuwen en de overwinnaar op zonde en dood; tot grotere roem van Christus' eerbiedwaardige Moeder en tot blijdschap en jubel van heel de Kerk; op gezag van Onze Heer Jezus Christus,van de Zalige Apostelen Petrus en Paulus en dat van Onszelf: roepen Wij uit, verklaren en definiëren Wij, dat het een door God geopenbaard dogma is: dat de Onbevlekte Moeder Gods altijd Maagd Maria, na het voltooien van haar aardse levensbaan, met lichaam en ziel tot de hemelglorie is opgenomen.
De Orthodoxe Kerk gelooft ook dat de Moeder Gods lichamelijk is opgevaren naar de hemel, maar kent desondanks geen dogma dat de lichamelijke tenhemelopneming van de Moeder Gods behelst. In de kerkelijke traditie van de orthodoxie spreekt men van het Ontslapen van de Moeder Gods.
Na het concilie van Efeze (431), waar Maria de titel "Moeder van God" (Theotokos) kreeg toebedeeld, kende de Mariaverering een sterke opgang. De oudste feesten 'Maria Boodschap' en de 'Opdracht in de tempel' waren nog vooral op Christus zelf gericht. Later ontstonden feesten waarbij Maria als heilige werd geëerd: 'Maria Geboorte' en 'Maria-Tenhemelopneming'. Dit laatste werd in 582 door keizer Mauriciusofficieel in Byzantium ingevoerd. Op 15 augustus werd voor die tijd al de verjaardag van de kerkwijding van een aan Maria toegewijde basiliek op de weg tussen Betlehem en Jeruzalem gevierd. Rome nam het feest van Maria-Tenhemelopneming over in de zevende eeuw onder paus Sergius I.
Dogmaverklaring
Tijdens het Eerste Vaticaans Concilie (1869-1870) hadden 200 bisschoppen om de dogmatische definitie van de lichamelijke tenhemelopneming van Maria gevraagd. In 1950 kondigde paus Pius XII het dogma fidei van de Tenhemelopneming af en bevestigde het in de Apostolische Constitutie Munificentissimus Deus. De formulering van het dogma is als volgt:
Daarom na telkens en telkens opnieuw onze smeekbeden tot God te hebben verheven en de Geest der Waarheid te hebben aangeroepen: tot glorie van de Almachtige God, die met bijzondere welwillendheid zijn gaven aan de Maagd Maria heeft uitgedeeld: ter ere van zijn Zoon, de onsterfelijke Koning der eeuwen en de overwinnaar op zonde en dood; tot grotere roem van Christus' eerbiedwaardige Moeder en tot blijdschap en jubel van heel de Kerk; op gezag van Onze Heer Jezus Christus,van de Zalige Apostelen Petrus en Paulus en dat van Onszelf: roepen Wij uit, verklaren en definiëren Wij, dat het een door God geopenbaard dogma is: dat de Onbevlekte Moeder Gods altijd Maagd Maria, na het voltooien van haar aardse levensbaan, met lichaam en ziel tot de hemelglorie is opgenomen.
De Orthodoxe Kerk gelooft ook dat de Moeder Gods lichamelijk is opgevaren naar de hemel, maar kent desondanks geen dogma dat de lichamelijke tenhemelopneming van de Moeder Gods behelst. In de kerkelijke traditie van de orthodoxie spreekt men van het Ontslapen van de Moeder Gods.
Wikipedia