Brits rapport: ‘Tijd om iets tegen christenvervolging te dóen’



■ KN ■ De Britse overheid wordt in een door haarzelf aangevraagd rapport opgeroepen om meer te doen tegen christenvervolging wereldwijd. De vrijheid van godsdienst en overtuiging moet “prioriteit blijven in het buitenlands beleid”.

In het maandag in Rome gepresenteerde rapport wordt een beeld geschetst van de wereldwijde christenvervolging tussen 2014 en 2018.
In een in mei gepubliceerd tussenrapport werd al geconcludeerd dat die soms “bijna genocidaal” is; die bewoordingen zijn in de definitieve versie gehandhaafd. Ook werd destijds vastgesteld dat de vervolging grimmiger wordt, een conclusie die ook hulporganisaties Open Doors en Kerk in Nood eerder al trokken.

Ongeveer een op de drie mensen in de wereld heeft volgens het Britse rapport te maken met vervolging op religieuze gronden. Christenen zijn de meest vervolgde religieuze groep.
De Britse minister van Buitenlandse Zaken Jeremy Hunt gaf de anglicaanse bisschop Philip Mountstephen eind 2018 de leiding over het onderzoek. Dat werd uitgevoerd door Britse ambtenaren en niet-gouvernementele organisaties.

In zijn voorwoord bij het definitieve rapport noemt Mountstephen de christenvervolging een “wereldwijd fenomeen”.

Met het rapport hoopt hij de gebrekkige aandacht daarvoor recht te kunnen zetten. Landen in het Westen zijn volgens hem blind geweest voor het feit dat christenen de meest vervolgde religieuze groep ter wereld zijn.

Hij schrijft ook te hopen dat het rapport overheden en mensen ertoe aanzet “om geen toeschouwer te zijn, maar om te handelen”.
Onder de niet-gouvernementele organisaties die meewerkten aan het rapport, was ook Kerk in Nood. In een reactie zegt CDA-Kamerlid Martijn van Helvert tegen de Nederlandse tak van de hulporganisatie, dankbaar te zijn voor het rapport.

“De politiek correctheid zorgt ervoor dat in West-Europa aan elke verdrukte minderheid wordt gedacht, behalve aan de grootste vervolgde groep ter wereld: de christenen.”
In Nederland, stelt Van Helvert, “is het hard knokken om handen op elkaar te krijgen om in actie te komen voor vervolgde christenen”.

Ook de christenen in Nederland zouden zich er volgens het CDA-Kamerlid meer bewust van mogen zijn dat het hun geloofsgenoten zijn, die onder vervolging te lijden hebben.
Van Helvert juicht het toe dat Nederland nog deze zomer een gezant voor geloofsvrijheid zal benoemen, zoals hij eind vorig jaar met Kamerleden van de ChristenUnie en SGP in Katholiek Nieuwsblad bepleitte.

Met CU-Kamerlid Joël Voordewind vroeg hij eerder in KN al om het aanpakken van een dreigende “seculiere vooringenomenheid” en “gebrek aan religieuze geletterdheid” op het Nederlands ministerie van Buitenlandse Zaken.