■ KerkNet ■ Het is zoals de processie van Echternach, hoor je wel eens zeggen. Wordt bedoeld: het gaat traag vooruit, bij manier van spreken met drie stappen vooruit en twee achteruit, zoals de processie. Niet zelden betreft het ingewikkelde processen en politieke beslissingen — een combinatie van beide in het slechtste geval. En spreek je mensen aan over ‘de Processie van Echternach’, dan zijn er gegarandeerd heel wat die verwijzen naar die processie van drie stappen vooruit en twee achteruit. De vraag is zelfs of ze ooit lange tijd zo is verlopen.
De Processie van Echternach gaat elk jaar uit op de dinsdag na Pinksteren, dit jaar dus op dinsdag 11 juni. Ze start rond 9 uur in de tuin van de voormalige abdij. Achter groepjes muzikanten vormen zich telkens enkele tientallen rijen van 5 personen, die zich met elkaar verbinden door het uiteinde van een witte zakdoek vast te houden. Via een route door het dorp gaat het richting Sint-Willibrordbasiliek, waar de processie passeert aan de graftombe van de heilige Willibrord(us), die in 698 in het Luxemburgse stadje een abdij stichtte.
Ze springen, of dansen zo je wil, van het ene been op het andere, maar vooruit gaat het alleszins. Jaarlijks nemen zo'n 12.000 tot 14.000 pelgrims, onder wie 8.000 tot 9.000 dansers, deel aan de optocht.
Hoe en wanneer de processie precies startte is niet geweten, maar aangezien al in de oudste documenten (15de eeuw) wordt gesproken van een oude, historische processie, dateert ze mogelijk al van kort na de dood van Wilibrordus. Sommige geschiedkundigen zien ze als de voortzetting van een heidens ritueel, anderen vermoeden een verband met het imiteren van epilepsie of van chorea minor, net die ziektes waarbij de hulp wordt ingeroepen van de Heilige Willibrordus. Al in geschriften uit de 15de eeuw is er sprake van ‘dansprocessie’ of ‘springsprocessie’. Vanwaar komt dan de hardnekkige mythe over vooruit- en achteruitspringen?
De mythe ontstond in de 18de eeuw, leert ons documentatie van de plaatselijke Dienst voor Toerisme. Historicus Jean Berthollet, een jezuïet, schrijft in 1743 in zijn boek over de geschiedenis van Luxemburgse als eerste over drie stappen voorwaarts en twee achterwaarts. Die beschrijving wordt in volgende decennia gretig overgenomen en begint een eigen leven te leiden, wat niet wil zeggen dat de processie enige tijd effectief zo verliep. In een boek over de processie uit 1790 worden er bijvoorbeeld vier stappen naar rechts gedaan, en vier naar links.
Al die variaties zorgden op de duur voor misverstanden en botsingen, waardoor de stoet wel eens tot stilstand kwam - en er is inderdaad misschien wel eens achteruit moest worden gestapt. Vandaar dat na de Tweede Wereldoorlog werd besloten om het altijd op dezelfde manier te doen: één stap rechts, gevolgd door één stap links. En zeker niet achteruit dus.
In 2010 werd de Processie van Echternach opgenomen op de lijst van immaterieel werelderfgoed van de UNESCO.