Waarom mag het pro-lifestandpunt er niet zijn?



■ Volkskrant/Anton De Wit ■ Het is wel zo overzichtelijk: hoe complexer de kwestie, hoe groter de neiging de verschillende standpunten daarover in volstrekt tegengestelde hokjes te plaatsen. Pro en contra, voor en tegen, yayen nay. De kampen kunnen elkaar naar eigen inzicht wederzijds verketteren. Toch: als het gaat over abortus, mogen we het gekker vinden dat zulke tegenstellingen bestaan. Wie de kwestie goed beziet, kan eigenlijk niet over ‘voorstanders’ en ‘tegenstanders’ spreken. Geen weldenkend en -voelend mens kan ooit vóór abortus zijn, een menselijk drama is het hoe dan ook. Wel is meningsverschil mogelijk over de vraag of we het soms het mindere kwaad vinden, en hoe we dat dan wettelijk regelen.

Of nou ja, kunnen we dat nog echt, van mening verschillen, zonder in de kramp van de verkettering te schieten? Een artikel (Zaterdag, 4 mei) meldt dat de pro-lifebeweging, dankzij internationale samenwerking en professionalisering, de wind mee heeft. Dat klinkt neutraal, maar het artikel laat er geen misverstand over bestaan: dat is een Probleem, een Gevaar, met hoofdletters. Er wordt gewag gemaakt van ‘geheime bijeenkomsten’ van ‘internationale netwerken’, die ‘infiltreren’ in de Europese politiek om hun standpunt ‘mainstream’ te maken. De McCarthy-tijden herleven: niet de rooien, maar nu zijn de ‘ultraconservatieven’ de boeman.

De strategie van deze boosaardige meesterbreinen is ‘kwaadspreken over en framen van andersdenkenden’. De ironie is dat dat precies is wat het artikel zélf met veel venijn doet, door de veelstemmige pro-lifebeweging consequent neer te zetten als netwerk van schimmige ‘lobbygroepen’, uit dubieuze bronnen gefinancierd en met nog dubieuzere idealen. Op een wereldkaartje bij het artikel staan de foto’s van de hoofdrolspelers van dit duistere netwerk, als maffia-mugshots op een politiemuur.

Waarom mogen deze organisaties er niet zijn − zoals alle organisaties en netwerken die zich op legitieme wijze mengen in het publiek-politieke debat? Het zijn, voor zover bekend, geen criminele organisaties, alle verdachtmakingen ten spijt. Breder: waarom mag het pro-lifestandpunt er niet zijn? Waarom word ik geassocieerd met rabiaat extremisme als ik vind dat abortus in veruit de meeste gevallen niet hét antwoord is op de problemen die ongewenst zwangere vrouwen hebben? Ik wil niet ‘de klok decennia terugdraaien’ en ben niet, om de karikatuur van D66-europarlementariër Sophie in ’t Veld te gebruiken, voor de ‘vrouw in de keuken, homo in de kast en pastoor in de slaapkamer’. Ik ben katholiek, maar ook zonder opperwezen of heilig boek kan ik prima bij de rationele opvatting uitkomen dat een kind in de moederschoot méér is dan een klomp cellen waarmee je kunt doen wat je wil. Volgens mij heeft de hele kwestie ook niets met emancipatie of ‘verworven rechten’ van doen.

Daar kunnen en moeten we in redelijkheid over praten. Dat gesprek wordt echter onmogelijk wanneer een bepaald standpunt bij voorbaat als achterlijk wordt neergezet, of erger nog, wordt gecriminaliseerd.