■ Trouw/Stijn Fens ■ Ooit was ik in Mechelen op bezoek bij de Belgische kardinaal Danneels, die vorige week overleed. Hij woonde in een groot paleis. Helemaal alleen, zo leek het althans.
Maar dat was niet het geval, legde hij mij uit terwijl we voor het raam stonden. Er woonden ook nog andere mensen in het paleis. “Zij zijn hier dus ook ergens”, zei hij. Toen zweeg hij weer. Danneels was een meester in het laten vallen van ongemakkelijke stiltes.
“Wat doet u, als u thuiskomt van een moeilijke vergadering?” vroeg ik hem. “Dan zet ik nog weleens een cd op, bijvoorbeeld van de Beatles”, antwoordde Danneels. Op de vraag wat zijn favoriete Beatles-nummer was, zei hij: “‘Michelle’ is mooi”.
Michelle, ma belle
These are words that go together well
My Michelle
Toen Danneels in 2010 van zijn voetstuk viel – ook voor mij – omdat hij het misbruik van een bevriende bisschop in de doofpot had willen stoppen, moest ik nog weleens aan dat beeld denken. Dat verlaten paleis, de kardinaal en ‘Michelle’.
I love you, I love you, I love you
That’s all I want to say
Gisteren werd kardinaal Danneels begraven, eerder deze week kon men in Mechelen afscheid van hem nemen, of, zoals de Vlamingen zeggen, ‘groeten’.
Ik ben op dit moment voor langere tijd in Rome en kon dus niet naar Mechelen afreizen. Ik besloot daarom de bus te nemen naar de Sint-Anastasiabasiliek, de titelkerk van Danneels, om dan maar een laatste groet aan dit gebouw te brengen.
Wie als kardinaal wordt gecreëerd, zoals dat officieel heet, maakt vanaf dat moment deel uit van de geestelijkheid van het bisdom Rome en krijgt daar een eigen kerk toegewezen. Danneels kreeg dus de Sint-Anastasia, die al eeuwenlang in de schaduw van de Palatijn, een van de zeven heuvels van Rome, en het Circus Maximus staat. Ik was er nog nooit geweest.
Het plein voor de kerk was nauwelijks ingericht. Er stond een bankje, waarop een jongen en meisje samen zaten te zwijgen. Op de façade van de kerk hing nog het wapenschild van Danneels, een soort eigendomsbewijs. Het hing er beetje verloren bij en leek van alle kleur ontdaan. Ook overleden. ‘Apparuit humanitas dei nostri’ stond erop, Latijn voor ‘Verschenen is de menslievendheid van onze God’.
Het interieur van de kerk deed nogal kil en koud aan. Veel wit, zal ik maar zeggen. Ik ging voorin zitten. Op mijn telefoon las ik dat de heilige Anastasia in 305 de marteldood stierf en patrones is van de wevers; dat ze kan helpen bij pijn in de borst en hoofdpijn, maar ook kan worden ingezet tegen liegen en perscensuur. Ze wordt vaak afgebeeld met een schaar, een verwijzing naar de wevers en naar die perscensuur. Zou Danneels weleens aan Anastasia gedacht hebben en aan die schaar, als hij terugkeek op zijn eigen leven en de manier waarop hij het misbruik in de kerk had aangepakt? Hij had spijt van zijn eigen falen, heb ik begrepen.
Beoordelingsgesprek
Ik herinner mij onze laatste ontmoeting in Rome, een aantal jaren geleden. “Wij kennen elkaar”, zei Danneels toen hij mij een hand gaf. Hij was oud geworden. Ik wou net over de Beatles beginnen, toen iemand anders hem aansprak. En weg was hij, de vergetelheid in.
Onlangs kwam ik bij het opruimen van mijn boekenkast nog een boekje van hem tegen met de tekst van een lezing die hij in het jaar 2000 hield over schoonheid als toegangspoort naar God. Ik bladerde het door en was opnieuw onder de indruk van zijn taal.
Moest ik het boekje wel houden, nu mijn beeld van hem sinds dat misbruikverhaal zo was gekanteld? Ik besloot het zolang terzijde te leggen, boven op de cd met de grootste hits van Michael Jackson waar ik me ook al geen raad mee wist.
Pas toen ik de kerk uitliep, zag ik achterin op een pilaar een foto van Danneels hangen. Er lag een bos bloemen bij. Ik bukte om het bijbehorende lint te lezen: ‘Belgische Ambassade bij de Heilige Stoel’, stond erop. Toen keek ik weer naar de foto. Danneels keek me aan, vanuit een andere werkelijkheid waar het laatste beoordelingsgesprek met hem inmiddels moet hebben plaatsgevonden.
Wij worstelen ondertussen door met zijn erfenis.