■ KRO ■ Het begin 2015 opgestarte proces voor de zaligverklaring van Chiara Lubich, de stichtster en leidster van Focolare, verloopt traag vanwege weerstand tegen haar verheffing tot de eer der altaren. Dat beweert de Italiaanse vaticanist Sandro Magister op zijn blog Settimo Cielo van het magazine L’Espresso.
Die weerstand komt volgens Magister vooral vanuit de hoek van de jezuïeten. Enerzijds is er twijfel over de orthodoxie van sommige theologische opvattingen van Chiara Lubich (1920-2008) en anderzijds haar vermeende sektarische trekjes.
Zo wist pater jezuïet Jean-Marie Hennaux, hoogleraar theologie in Brussel, de hand te leggen op een verontrustend typoscript uit 1950, waarin Lubich zegt: “Iedere ziel van Focolare moet een uitdrukking van mij zijn en van niemand anders. Mijn woord bevat alle [zielen] van de focolarini. Ik maak van hen een synthese. Wanneer ik op die wijze verschijn moeten zij zich door mij laten genereren, met mij communiceren. Ook ik, evenals Jezus, moet tot hen zeggen: ‘En wie mij vlees eet…’. ”
Magister verwijst ook naar kardinaal Carlo Maria Martini, jezuïet en van 1979 tot 2002 aartsbisschop van Milaan. Die maakte zich ernstig zorgen over de groeiende invloed van nieuwe bewegingen in de Katholieke Kerk, die tot in de hoogste overlegorganen van het Vaticaan en zelfs tot in de entourage van de paus waren doorgedrongen.
Magister wijst erop dat paus Franciscus de kardinalen Angelo Becciu en João Braz de Aviz, die nauwe banden hebben met Focolare, respectievelijk tot prefect van de Congregatie voor de Heiligverklaringen en de Congregatie voor de Instituten van het Godgewijde Leven en de Gemeenschappen van Apostolisch Leven heeft aangesteld. Niettemin zal paus Franciscus, zelf jezuïet, de kritiek van zijn ordegenoten goed bestuderen, aldus Magister.