In Medjugorje worden dagelijks Mariaverschijningen gemeld



■ Trouw ■ In het grasveld staan een stuk of tien mensen aandachtig te luisteren naar een priester. Tussen degenen die langs hen heen naar de kerk gaan, zitten er opvallend veel in een rolstoel. Eenmaal binnen wordt vrijwel zonder onderbreking gezongen voor een beeld van ­Maria. Vlakbij de ingang neemt een geestelijke in de open lucht de biecht af bij een vrouw. In het Arabisch, blijkens het bordje dat naast zijn stoel staat

Het zijn stuk voor stuk scènes die je in elk katholiek bedevaartsoord kunt aantreffen, waar gelovigen naartoe trekken in de hoop op een of andere manier baat te hebben bij Maria die er ooit verschenen is. Maar wat Medjugorje bijzonder maakt, is dat het Vaticaan de verschijningen daar nooit heeft ­erkend. Anders dan in Lourdes in Frankrijk of Fatima in Portugal. Toch is Medjugorje (‘tussen de bergen’) na die twee plaatsen het best ­bezochte bedevaartsoord in Europa. En dat voor een klein dorp in het zuiden van Bosnië-Herzegovina, niet bepaald een platgetreden bestemming.

Op 24 juni 1981 zou de maagd Maria verschenen zijn aan zes tieners op een berg bij Medjugorje. Tien dagen achter elkaar meldde ze zich om precies tien over half zeven ’s avonds. Al snel kregen de jongeren duizenden volgelingen. ­Inmiddels wonen de zes deels in het buitenland, maar ze beweren dat Maria nog steeds aan hen verschijnt.

Aan een van hen, Vicka Ivankovic, zelfs nog steeds elke dag op hetzelfde tijdstip. Maria staat dan op een soort wolkje, meet ongeveer 1 meter 65 en weegt 60 kilo, legt Ivankovic uit op de officiële site medjugorje.hr. Maria is ongeveer achttien tot twintig jaar oud. Voordat ze verschijnt, knippert er drie keer een licht.

Andere details waarop Ivankovic ingaat zijn dat Maria tijdens haar verschijning een ovaal gezicht heeft zonder kuiltjes in haar wangen, dat laatste alleen misschien een beetje als ze lacht, en over gewone vingernagels beschikt.

Het toenmalige regime in het communistische Joegoslavië verbood al in 1981 bedevaarttochten en zette de heuvel deels af. De beperkingen werden na enkele jaren, in de aanloop naar het uiteenvallen van het land, beetje bij beetje opgeheven.

Maar ook het Vaticaan heeft zijn bedenkingen. Volgens Ratko Peric, de bisschop van de nabijgelegen stad Mostar, zou paus Benedictus in 2006 verwonderd hebben gelachen. “Voor de katholieke kerk geldt dat er geen bewijzen bestaan dat de verschijningen in Medjugorje bovennatuurlijk zijn”, zei hij tegen de Kroatische krant Jutarnji List.

Maar de tieners en hun volgelingen houden vol. Er volgden nog meer gezanten uit het Vaticaan om onderzoek te doen. Maar ook paus Franciscus zei vorig jaar weinig van de huidige verschijningen te geloven. “Wie denkt er nou dat de Heilige Maagd zou zeggen: ‘Kom naar die plek, morgen op dat tijdstip, en dan geef ik een boodschap aan een ziener?’ Wie ze ook zien, het is niet de moeder van Jezus.”

Hij verwierp echter niet zonder meer de eerste tien Mariaverschijningen die de tieners zagen. Sinds vorig jaar zijn officiële bedevaarten toegestaan. De pauselijke gezant, de Poolse aartsbisschop Henryk Hoser, wijst erop dat de plek hoe dan ook ­belangrijk is voor het katholieke geloof. “Medjugorje vertegenwoordigt Europa’s spirituele longen, een plaats waar miljoenen mensen God ontdekken, en de schoonheden van de kerk. We moeten nu de infrastructuur verbeteren.” Hij noemt onder meer een overkapping boven het plein naast de kerk, waar de temperatuur in de zomer tot boven de 35 graden oploopt. Ook het aantal ­zalen moet worden uitgebreid.

Hoe dan ook lokken de veronderstelde Mariaverschijningen hordes gelovigen naar Medjugorje. Officiële cijfers zijn er niet, maar naar schatting zijn het er ruim twee miljoen per jaar. Het dorp van 2300 inwoners heeft zo’n 20.000 hotelbedden, meer dan elke andere plaats in Bosnië-Herzegovina. Het vliegveld van Mostar drijft vrijwel volledig op chartervluchten met pelgrims.

Bezoekers komen vooral uit Kroatië, Italië, Ierland en de Verenigde Staten, met de Arabische wereld sterk in ­opkomst. Deze middag kan de bezoeker biechten in het Koreaans, het Arabisch en het Roemeens. Naast de centrale Sint-Jacobuskerk staan 25 biechthokjes, elk met een bordje dat aangeeft in welke taal er gebiecht kan worden. Daarnaast staan er nog 32 hokjes waar de biecht in het Kroatisch wordt afgenomen.

“De maagd Maria heeft me verteld hierheen te komen”, zegt Maureen Slattery (67) uit de Amerikaanse stad Boston. Ze is er al voor de zesde keer, met vriendin Josephine Glynn (73) uit dezelfde stad. Ze hebben elkaar in Medjugorje ontmoet; daarvoor kenden ze elkaar niet. Dat is geen toeval, weten de vrouwen. Glynn kon op een nacht niet slapen en werd naar een bepaald boek in de boekenkast getrokken. Dat bleek over Medjugorje te gaan. Het was het moment dat ze besloot dat ze ernaar toe moest. “Deze plek heeft me veranderd. Iedereen voelt hetzelfde, het is besmettelijk. We zijn allemaal kinderen van God. Als ik hier ben, voel ik dat ik spiritueel en emotioneel genees.”

Slattery knikt. “God wil dat we van elkaar houden. Dat voel je heel sterk hier.”

Dat de echtheid van de verschijningen niet vaststaat, laat de vrouwen koud. “De kerk kan niets besluiten totdat het onderzoek over is en ze is in ­ieder geval erg positief over die eerste tien verschijningen”, zegt Slattery. “Mensen staan hier in de rij voor de biecht. In welke reguliere kerk zie je dat nou?” Glynn noemt dan de verwoestende oorlog die Serviërs, Kroaten en moslims tussen 1992 en 1995 uitvochten in Bosnië-Herzegovina. “Die is nooit tot hier gekomen. Dat is een teken.”

Wellicht speelt ook een rol dat Medjugorje diep in het Kroatische deel van Herzegovina ligt, met in de wijde omtrek een vrijwel uitsluitend katholieke bevolking. Sterker nog, de argeloze bezoeker waant zich in Kroatië zelf: de rood-wit-blauwe vlag met schaakbordwapen wappert overal, zelfs in de volle breedte over de straat. De Bosnische blauw-gele vlag is nergens te bekennen.

Wat in ieder geval echt is: de enorme bedrijvigheid die er in het verder onbeduidende dorp is ontstaan. In de Paus Johannes Paulus de Tweede-straat strijden Italiaanse restaurants, Ierse pubs en een oneindige rij souvenirwinkels om de aandacht van de bezoekers en hun portemonnee. Er zijn katholieke boekhandels, aanbieders van religieuze rondleidingen en winkels die drie ­Mariabeelden voor een tientje in de aanbieding hebben.

Maar bovenal allerhande zaken waarvan het verband met de Heilige Maagd op het eerste gezicht minder voor de hand ligt. Diverse soorten drank, beelden van ­Mickey en Minnie Mouse, matroesjka’s en voetbalshirts van de Kroatische topspelers Modric en Mandzukic.

“Buon giorno”, roept Stanko Primorac (65) tegen een vrouw die net in het Italiaans gevraagd heeft hoeveel zijn nectarines kosten. “Twee euro per kilo, maar voor jou anderhalf!” Bosnië heeft een eigen munteenheid, de mark, maar Primorac vermeldt zijn prijzen in ­euro’s, net als de rest van Medjugorje. Hij heeft ook druiven, peren en zelfgestookte drank in de aanbieding. Primorac komt uit de buurt van Split, de kuststad die sinds het uiteenvallen van Joegoslavië in een ander land dan Medjugorje ligt. De vrouw rekent af en krijgt een gratis perzik.

Zelf was Primorac er niet opgekomen, maar dankzij het zakelijk inzicht van zijn vrouw heeft hij nu een goede handel. “In 1986 kwam ze over uit Belgrado. Ze zei: moet jij niet iets gaan doen in Medjugorje?” Er rijdt een touringcar voorbij met een foto van een Mariabeeld achter de voorruit. “Het was een geweldig advies!”

Gezant Hoser ligt niet wakker van de overdaad aan commercie in het bedevaartsoord. “Per slot van rekening moeten de pelgrims een plek hebben om te slapen, te eten en zich te wassen.” En al die souvenirs dan? “De diversiteit in het aanbod is indrukwekkend. Die is groter dan in Lourdes.”