■ Trouw ■ Vandaag worden paus Paulus VI en aartsbisschop Oscar Romero heilig verklaard. De gelovigen zijn hen niet vergeten, maar kerkpolitiek speelt ook een rol.
Toen Oscar Romero op 21 juni 1978 de pauselijke bibliotheek binnenliep, begroette Paulus VI hem hartelijk. Het gesprek was geanimeerd. Paulus VI verzekerde de aartsbisschop van San Salvador dat hij begreep hoe moeilijk zijn taak was en dat de mensen hem weleens verkeerd zouden kunnen begrijpen.
Romero nam het voor het volk op tegen het leger en kwam daardoor volgens zijn tegenstanders in politiek vaarwater terecht. Lees: links, politiek vaarwater. “U moet een hoop geduld en kracht in u hebben”, zei Paulus VI tegen Romero en hij zei hem dat hij voor de aartsbisschop en zijn bisdom zou bidden. Als hij hem ergens mee kon helpen, moest Romero het maar zeggen.
Het zou de laatste ontmoeting zijn tussen de twee kandidaat-heiligen. Paulus VI overleed anderhalve maand later en Romero werd in maart 1980 vermoord toen hij in een ziekenhuiskapel de mis opdroeg. Vandaag zal paus Franciscus beiden (samen met vier anderen) heilig verklaren, tijdens een mis op het Sint-Pietersplein.
Geen communistenvriend
Van zowel Romero als Paulus VI stond het lange tijd allerminst vast dat zijn naam ooit in goud zou worden bijgeschreven in de canon van heiligen. Voor veel Salvadoranen was Romero bij leven al een heilige, maar nogal wat Latijns-Amerikaanse prelaten vreesden dat een canonisatie van Romero als steun kon worden uitgelegd aan het door hen zo gehate marxisme. Ook in het Vaticaan heerste scepsis, aanvankelijk ook bij paus Johannes Paulus II, geen communistenvriend.
In het zaligverklaringsproces van Romero (een voorwaarde voor heiligverklaring) kwam pas beweging onder paus Benedictus XVI. Op weg naar Brazilië zei hij in 2007 tegen journalisten dat hij ‘er niet aan twijfelt dat zijn persoon (Romero red.) het verdient om te worden zalig verklaard’. Deze woorden werden later door het Vaticaan uit het officiële verslag van die persconferentie geschrapt. In 2012, niet lang voordat hij zou aftreden, zorgde de Duitse paus er persoonlijk voor dat de ‘zaak Romero’ in gang werd gezet.
Net als bij andere zaken bouwde paus Franciscus voort op het werk van zijn voorganger. In 2007 had Jorge Mario Bergoglio, lang voordat hij het in de kerk voor het zeggen kreeg, al eens gezegd dat voor hem Romero “een martelaar en een heilige” was. “Als ik paus was, had ik hem allang heiligverklaard.” Toen hij eenmaal paus was, gaf hij het definitieve zetje. Uiteindelijk werd Oscar Romero op 23 mei 2015 in de Salvadoraanse hoofdstad San Salvador zalig verklaard. Daarbij waren zo’n 250.000 mensen aanwezig.
Op 6 maart van dit jaar maakte het Vaticaan bekend dat het benodigde wonder voor de heiligverklaring van de bisschop was goedgekeurd. De Salvadoraanse Cecilia Maribel Flores zou op wonderbaarlijke wijze van een levensbedreigende ziekte genezen nadat ze tot Romero had gebeden.
Ook Paulus VI (echte naam: Giovanni Battista Montini) leek lange tijd niet te kunnen rekenen op een zalig- laat staan een heiligverklaring. Hij was paus van 1963 tot 1978 en volgde de immens populaire Johannes XXIII op, die het Tweede Vaticaans Concilie bij elkaar riep om de kerk bij de tijd te brengen. Paulus VI zorgde dat dit concilie tot een goed einde werd gebracht en dat hervormingen werden doorgevoerd.
Tegelijkertijd moest hij de kerk door een turbulente tijd loodsen. De maatschappij en de kerk waren eind jaren zestig, begin jaren zeventig, volop in beweging. Het katholiek geloof verloor in grote delen van de westerse wereld haar vanzelfsprekendheid en veel priesters verlieten het ambt toen het verplichte celibaat opnieuw bevestigd werd.
Progressieve katholieken stelde Paulus VI teleur door zijn encycliek ‘Humanae Vitae’ uit 1968, waarin het gebruik van de anticonceptiepil werd afgewezen. In Nederland zorgde hij voor opschudding door de benoeming van bisschoppen als Simonis en Gijsen, die de rebelse Nederlandse kerkprovincie weer in het gareel moesten krijgen.
Behoudende katholieken vonden hem lange tijd te veel een aarzelaar, die ten koste van helderheid de kerk bij elkaar wilde houden. Naarmate de jaren voorbij gingen, groeide echter de waardering voor Paulus VI.
Uiteindelijk word je heilig omdat de gelovigen je niet vergeten, je graf bezoeken en bidden om jouw voorspraak. Maar heiligverklaringen maken ook bijna altijd deel uit van kerkpolitiek. Zo hecht de huidige paus veel waarde aan martelaren. “Een kerk zonder martelaren, is een kerk zonder Jezus”, zei hij ooit. En Romero is zo’n martelaar die het verdient te worden heiligverklaard. Misschien lijken Franciscus en Romero ook wel op elkaar. Beiden niet zo links als het grote publiek denkt, maar met een feilloos gevoel wat er bij het volk leeft.
Dat paus Paulus VI juist op dit moment, vijftig jaar na Humanae Vitae wordt heilig verklaard, lijkt ook geen toeval. Franciscus heeft nooit afstand genomen van die encycliek en beschuldigt westerse hulporganisaties die voorbehoedmiddelen introduceren in ontwikkelingslanden, niet voor niets van ‘ideologische kolonisatie’. Dat zijn canonisatie tijdens een bisschoppensynode gebeurt, kan worden gezien als steuntje in de rug voor dit door Paulus VI ingestelde overlegorgaan.
Na Johannes XXIII en Johannes Paulus II, is Paulus VI de derde van zijn recente voorgangers die Franciscus heilig verklaart. “Mijn voorganger Benedictus XVI en ik staan nog op de wachtlijst”, grapte de huidige paus niet lang geleden.
Paul van Geest, hoogleraar kerkgeschiedenis aan Tilburg University: 'Alleen maar het verbod op de pil, dat is niet terecht'
“Op mijn katholieke lagere school zaten begin jaren zeventig van de vorige eeuw vier jongens die Paul heetten. Paulus dus eigenlijk. Niet zo gek, in 1963 was Paulus VI aan het bewind gekomen en hij maakte indruk op de katholieken. Dat kwam vooral door zijn serieuze, bijna ascetische uitstraling en al snel werden er katholieke zonen naar hem vernoemd. Ook mijn vader had een band met hem. Misschien heet ik daarom wel Paul.
Kardinaal Simonis, die door Paulus VI persoonlijk werd gekozen om bisschop van Rotterdam te worden en hem goed heeft gekend, vertelde mij ooit dat hij tijdens een audiëntie aan Paulus VI vroeg hoe het met de kerk ging. “Het gaat goed met de kerk, want de kerk lijdt veel”, was zijn antwoord. Paulus VI leed, net als veel andere heiligen, zelf ook aan de kerk. Hij droeg het pausschap als een kruis.
Iedereen identificeert hem met de encycliek ‘Humanae Vitae’ en het verbod op de pil. Dat is niet terecht. Hij is ook de man die de Romeinse curie internationaliseerde en hervormde, en auteur van een andere encycliek, ‘Populorum Progressio’, waarin hij de bestaande economische structuren verantwoordelijk stelde voor het feit dat de rijken steeds rijker en de armen steeds armer worden. Dat was een bijna profetisch geluid in die tijd.
Hij leek altijd een paus op afstand, maar op zijn graf in de crypte onder de Sint-Pieter liggen altijd verse bloemen en zie je vaak mensen bidden. Ook ik heb dat als 19-jarige jongen ooit eens gedaan. Het gebed werd trouwens niet verhoord.”
Mario Coolen, is theoloog en werkte acht jaar in Latijns-Amerika: 'Als hij zondag weer zou preken, zou dat geen vroom verhaal zijn'
“Bisschop Romero had iets in zich dat wel moest leiden tot zijn heiligverklaring: je zo duidelijk en zo liefdevol mogelijk openstellen voor het lot van arme mensen. Dat heeft hij in El Salvador lang gedaan. Je bent heilig wanneer je er niet over nadenkt wat er dan met je gebeurt, maar het met knikkende knieën oprecht doet.
Ik werkte in die tijd in Guatemala, een buurland van El Salvador. We luisterden naar zijn preken. Daarin zei hij vooral: Je moet van mij geen politiek weekoverzicht verwachten of een aanval op de regering. Wat ik wil doen is tegen u zeggen: ‘Luister naar het evangelie en legt dat naast je eigen leven’. Dat was toentertijd een leven van armoede en onderdrukking.
De moord op hem was een schok. We hebben lang gedacht: van de kerk blijven ze wel af. Ik vraag me af of met de heiligverklaring van Romero niet ‘de tanden eruit worden getrokken’. Zo van: ‘Nu is hij heilig en is alles goed’.
Als Romero zondag weer zou preken in El Salvador zou dat geen vroom, heilig verhaal zijn, maar wel een aanklacht tegen de pijn van het Salvadoraanse volk op dit moment, nu bijvoorbeeld een deel van de landhervorming wordt teruggedraaid.
Soms leer je van mensen maar een paar dingen. Wat ik van Romero heb onthouden is zijn uitspraak dat ‘de glorie van God is dat arme mensen leven hebben’. Dat is in een paar woorden een theologie die alles zegt.”