In de meivakantie gingen wij als gezin met de trein een dagje naar ’s-Hertogenbosch. We bezochten daar de kathedrale basiliek van Sint-Jan Evangelist. Deze kathedraal is tussen de veertiende en de zestiende eeuw gebouwd en draagt alle kenmerken van de late gotiek. Hij is gewijd aan de apostel die Christus liefhad: Johannes. Voordat de Sint-Jan werd gebouwd, stond hier een romaanse kerk uit de vroege dertiende eeuw.
Tijdens de Tachtigjarige Oorlog kwam ’s-Hertogenbosch in Spaanse handen. Nadat Frederik Hendrik in 1629 ’s-Hertogenbosch op de Spanjaarden had veroverd, werd op 19 september van datzelfde jaar de eerste protestantse eredienst in de kathedraal gehouden. Gedurende enkele eeuwen is deze kerk protestants gebleven, maar in de Franse tijd heeft keizer Napoleon Bonaparte haar in 1810 teruggegeven aan de katholieken en ze is katholiek gebleven tot de huidige dag.
Terwijl ik daar in de kerk liep, en de namen op de graven en de opschriften in de kapellen las, viel het zonlicht door de hoge vensters naar binnen en werd alles opgetild in dit licht. Ineens zag ik heel de geschiedenis van deze kerk voor me. Ik zag hoe hier in het heidense land Christus is gepredikt en een kerkje is gebouwd. Ik zag hoe hier als het ware over de romaanse kerk de gotische kerk en over de gotische kerk de gereformeerde kerk en over de gereformeerde kerk een katholieke kerk is gebouwd.
Over heel Europa is vanaf de vroegchristelijke en vroegmiddeleeuwse tijd de Kerk gebouwd: Europa werd van een Germaanse tempel een christelijke kathedraal. Ik weet ook wel dat er allerlei dingen fout zijn gegaan en er scheefgroei is gekomen, maar toch was Europa eeuwenlang een christelijke beschaving: een Kerk. De ziel van deze tijd spreekt zelfs na zovele eeuwen nog tot ons in het heden. Wat hebben onze broeders een grandioze architectuur van de ziel geschapen. Wij hebben veel meer technische middelen, maar wat steekt onze zielloze en koude architectuur schril af tegen hun bouwkunst.
Vele kerken worden vandaag gesloopt of staan leeg. De teruggang van het kerkbezoek is enorm. De kerkelijke gemeenten kunnen de onderhoudslasten van de kerkgebouwen vaak niet meer betalen. Ze worden gesloopt of voor een euro verkocht en daarna gebruikt voor andere bestemmingen.
Tijdens ons vakgroepuitje in Zwolle van Driestar hogeschool werd me dit alles even pijnlijk duidelijk. We ontmoetten elkaar in een tot boekhandel verbouwde kerk. Even later loodste onze gids ons een kerk binnen die een sushirestaurant was geworden en waar de kok naast de preekstoel bezig was met zijn gerechten. Bij een volgende kerk hing boven het portaal een bord met ”Academie”. Het woord academie is neutraler dan kerk, waardoor het gemakkelijker is om subsidie van de gemeente te krijgen. Ook al ben ik blij dat deze kerken van de sloophamer zijn gered doordat ze andere bestemmingen kregen, toch voelt het als een ontwijding van deze ruimten.
Ook al zijn er gelukkig nog vele kerken die als kerken dienstdoen, toch is er wezenlijk iets veranderd in onze cultuur. Dit proces is al eeuwen aan de gang, maar sinds 1960 is het versneld. Europa is geen kathedraal meer. Wat is het dan wel? Welk ander gebouw is er –als symbool van de tijdgeest– in de plaats van de kerk gekomen? De Koopgoot? Alexandrium? Hoog Catharijne? Zelfs in die gebouwen is er momenteel leegstand. Vele winkels zijn veranderd in naargeestige panden met neergelaten rolluiken, want we kopen allemaal digitaal. Is de webshop ons nieuwe ‘gebouw’: de digitale koopgoot?
Ik word er somber van, maar tegelijk hoeven we ook weer niet te somberen. In Zwolle loodste onze gids ons langs de plekken van de laatmiddeleeuwse moderne devotie. Geert Grote, Thomas a Kempis en Johan Cele hebben in zorgelijke tijden een geestelijk reveil gebracht dat tot in Zeeland en de Alblasserwaard (Den Donk!) doorwerkte. Wat toen kon, kan vandaag ook nog.
Ik was twee weken geleden met een goede vriend in het prachtige en bloeiende kerkje van Giessen-Oudekerk. Daar werd de Bachcantate ”Wer nur den lieben Gott lässt walten” gezongen door het Vocaal Ensemble Cantate. Toen kwam mijn ervaring die ik in de Sint-Janskathedraal in ’s-Hertogenbosch had er weer: God zorgt voor Zijn Kerk, ook in Europa. Dat doet Hij in ons persoonlijke leven, maar ook in heel de cultuur:
Wie maar de goede God laat zorgen
en op Hem hoopt te allen tijd,
die heeft Hij wonderbaar geborgen
in alle pijn en treurigheid.
Want wie op de hoge God vertrouwt,
die heeft geenszins op zand gebouwd.
Dr. Ewald Mackay / Reformatorisch Dagblad