Vandaag zaterdag 30 juni is het precies dertig jaar geleden dat de Franse aartsbisschop Marcel Lefebvre (1905-1991) vier priesters van zijn Sint-Pius X Priesterbroederschap zonder toestemming van Rome tot bisschop wijdde. Op 2 juli 1988 veroordeelde de toenmalige paus Joannes Paulus II met de publicatie van het Motu proprio Ecclesia Dei (Gods Kerk) zoals verwacht de viervoudige bisschopswijding als schismatiek, waarmee de fraterniteit van rechtswege werd geexcommuniceerd.
De Sint-Pius X Priesterbroederschap was door Marcel Lefebvre op 1 november 1970 in het Zwitserse Firbourg opgericht uit diepe onvrede over de conciliebesluiten van Vaticanum II (1962-1965) met betrekking tot de liturgie (die niet langer verplicht in het Latijn en met de voorganger met de rug naar het volk) en de oecumenische en interreligieuze toenadering. Kardinaal Joseph Ratzinger, de latere paus Benedictus XVI en toenmalige prefect van de Congregatie voor de Geloofsleer, had nochtans kort daarvoor getracht om met de traditionalisten overeenstemming te bereiken over enkele basisprincipes. Als paus Benedictus XVI zou hij zich tot het uiterste inspannen om het enige schisma uit de moderne geschiedenis opnieuw ongedaan te maken. Zo erkende hij in 2005 de oude Latijnse ritus als buitengewone vorm van de Romeinse liturgie. En in januari 2009 herriep hij de excommunicatie van de vier bisschoppen die op 30 juni 1988 door Marcel Lefebvre tot bisschop waren gewijd.
Bernard Fellay, die aartsbisschop Lefebvre opvolgde aan het hoofd van de priesterfraterniteit, stelde in een interview met de weekendeditie van de krant Die Tagespost naar aanleiding van de 30ste verjaardag van de excommunicatie dat hij ervan overtuigd is dat Rome en de broederschap zich opnieuw zullen verzoenen, ondanks het blijvende verzet van sommigen zoals onder meer kardinaal Gerhard Ludwig Müller, die tot voor kort nog prefect was van de Congregatie voor de Geloofsleer. Ook de Duitse bisschoppen blijven fel tegen hereniging gekant. Daardoor staat deze paus tussen twee vuren.
Fellay voegde er nog aan toe dat zijn priesterbroederschap en de pauselijke commissie Ecclesia Dei, die door de paus werd opgericht om de geschillen bij te leggen, vorig jaar een akkoord hadden bereikt. Maar dat werd volgens Fellay eenzijdig door de prefect van de Congregatie van de Geloofsleer opgezegd, omdat hij verregaande toegevingen vroeg van de traditionalisten met betrekking tot de besluiten van het Tweede Vaticaans Concilie. Die erkenning van de conciliebesluiten vormt nog steeds de kern van het conflict. Fellay benadrukt dat zijn broederschap zich blijft verzetten tegen sommige ketterse opvattingen die daar werden verkondigd en op die manier ook de universele Kerk probeert te beschermen. Wij zijn bereid om een compromis te sluiten over heel wat controversiële onderwerpen en met name met betrekking tot de liturgie, de godsdienstvrijheid en de oecumene. Fellay zegt tot slot nog dat hij ervan overtuigd is dat het conflict al in 1988 bijgelegd had kunnen worden op basis van het toenmalige akkoord met kardinaal Ratzinger. Door de tegemoetkoming inzake liturgie onder paus Benedictus XVI is er volgens hem wel opnieuw meer belangstelling voor de Tridentijnse liturgie.
KerkNet