En zo geschiedde het dat ik mijzelf dit weekeinde terugvond in een Nederlands gezelschap op het Piazza del Popolo in Rome, en dat zich tussen deze mensen een gesprek ontspon over het begrip genade, omdat de zon precies begon te schijnen op het moment dat we toe waren aan een koffie op een terras.
En al snel kwam het tot een precisering van dit theologische idee, waarbij de term ‘algemene genade’ viel, alsmede de naam van Abraham Kuyper. Dat krijg je als een reis organiseert onder de noemer ‘Rome voor protestanten’; zij nemen hun eigen heiligen mee. Niet dat ze eenkennig waren, integendeel: ze waren hier om in het spoor van reisleider Stijn Fens het katholieke Rome te leren kennen, met alle priesters, bisschoppen, aartsbisschoppen, kardinalen, pausen en heiligen van dien. De hele santenkraam
Ik had nog nooit eerder een groepsreis gemaakt, en ik dacht dat ik veel te eigenwijs zou zijn om als een mak schaap achter een gids aan te sjokken, maar met collega Stijn durfde ik het wel aan, ook omdat ik hem ken als een geboren verteller, die bovendien kan lachen om zijn eigen geloof. “Ik was hier eens met Herman Finkers,” vertelde hij voor we de Sint-Pieter binnengingen, “en toen bezochten we ook de grafkelder met de resten van Petrus. Nou, zei Finkers, ik heb die Petrus eens goed bekeken, maar volgens mij is hij is er niet best aan toe.”
Bij het onvermijdelijke voorstelrondje in het hotel had ik gezegd dat ik, voorzover nog kerkelijk, misschien wel meer werd aangesproken door het katholicisme dan het protestantisme, waarbij dat ‘misschien’ niet onbelangrijk was. Want tegelijkertijd kon ik me goed vinden in de opmerking van een reisgenote dat zij allergisch was voor hiërarchie, en daar schijnt het katholicisme dan juist weer in gespecialiseerd te zijn.
Maar wat ik bedoelde was dat ik het protestantisme als te kaal ben gaan ervaren, en dat ik geloof dat het katholicisme meer gevoel heeft voor het mysterie, het onzegbare, dat alleen in kunstzinnige vorm kan worden uitgedrukt. En dan is Rome geen slechte plek, al lijkt het soms alsof de hemel en de hel hier wel erg dicht bij elkaar liggen. Het ene moment sta je voor een meesterwerk van Caravaggio, het volgende moment verneem je dat bij het carnaval de Joden door de Corso werden gejaagd en bekogeld met rot fruit, en van Michelangelo’s ‘Pietà ’ loop je hier zo naar het voormalige hoofdkwartier van de Inquisitie.
“Kritiek op de paus is er binnen de kerk altijd geweest,” zei Antoine Bodar, die we ontmoetten in zijn ‘eigen’ kerk, de Santa Maria dell’Anima. “Maar tegenwoordig lopen de critici gewoon vrij rond, terwijl ze vroeger werden verbrand.” Bodar was niet erg vriendelijk over paus Franciscus, die hij verweet de leer te verwaarlozen en geen gevoel voor stijl te hebben (‘hij is een beetje shabby’), maar ondanks die gestrengheid wist hij de bezoekers toch te raken. En toen hij op verzoek afsloot met een lied en met het gezicht naar het altaar het Ave Regina Caelorum zong, waren wij gewoon allemaal hartstikke rooms.
www.trouw.nl