In Nederland kan ik soms slecht tegen de avond met zijn duisternis en zijn lege straten. Achter de dichte gordijnen van de huizen zoek ik naar mensen en televisieschermen waarop het Achtuurjournaal te zien is. Een minister biedt zijn ontslag aan en een schaatser wint goud.
In Rome houd ik juist van de avonden en de randen van de nacht. De toeristen zijn van de straat en Rome is weer van Rome. Pas dan kan je - als je goed kijkt - zien dat kerken elkaar kushandjes toewerpen en de beelden op de façade van de Sint-Jan van Lateranen druk met elkaar in gesprek zijn.
Maar sommige pleinen weten niet goed raad met de duisternis. Ze zijn hun schittering kwijt. De ruimtes worden te groot, al doet een fontein nog zo z'n best de stemming erin te houden. Op het Sint-Pietersplein redden zelfs twee fonteinen dat niet. Het gaat ook vaak goed. Zo is Piazza di Santa Maria Trastevere, in de bekende wijk met dezelfde naam, in het donker op haar best. Je loopt het plein op en je voelt je meteen thuis. En, of je het nou wil of niet: je wordt de basiliek van Santa Maria in Trastevere in getrokken.
Mij gebeurde het zo'n vijfentwintig jaar geleden voor het eerst. Het was een novembermaand, zo rond een uur of half negen. De kerk was vol. Ik vond een plek aan het einde van een bank, dan kan je altijd nog ongemerkt weg. Ik keek naar de eeuwenoude mozaïeken met scènes uit het leven van de moeder gods. Het licht ging aan en plots klonk daar koormuziek. Zo verschrikkelijk mooi. Alsof iemand een emmer koud water over me heen gooide. Ik rilde. Iemand reikte mij een boekje aan en zocht voor mij de goede pagina op. Mijn Italiaans was toen nog niet goed, maar dat was niet erg. Taal was ondergeschikt. De hemel tikte hier de aarde op de schouder: "Luister nou!"
Al snel begreep ik dat dit vespers waren van de Gemeenschap van Sant'Egidio. Die ontstond deze maand vijftig jaar geleden in Rome op initiatief van een 18-jarige student, Andrea Riccardi. Samen met een groep vrienden wilde hij de kwetsbaarsten van de stad helpen, de armen, daklozen, ouderen en zigeuners.
Vooral de laatste groep is in Rome niet echt geliefd. Honderden mensen eten dagelijks in de gaarkeukens van Sant'Egidio. 'Eat, love and pray' zou het motto van Sant'Egidio kunnen zijn. Wereldwijd zet de gemeenschap zich bovendien in voor de dialoog tussen de godsdiensten en voor de vrede. Dankzij Sant'Egidio is de toestand in Rome en de rest van de wereld - dit is de goede volgorde in alles - een beetje beter geworden. Ze zitten trouwens ook in Amsterdam, aan het Waterlooplein.
Voor mij blijft die vesperdienst de parel van de beweging. Ik blijf terugkeren naar de Santa Maria in Trastevere. Een stuk uit het evangelie, een korte overweging, maar vooral dat goddelijk mooie gezang. Schoonheid als toegangspoort naar het eeuwige.
De Belgische kardinaal Godfried Danneels schreef - in de tijd dat hij ook in ons land nog op handen gedragen werd en het seksueel misbruik-dossier nog niet aan hem kleefde - hierover: 'De oude wijsgerige definitie van het schone was dat schoonheid de halo is rond de waarheid: splendor veri, de schitterende krans rond de zon van de waarheid. Schoonheid is de kracht, de schittering en het vuur van de waarheid. Daarom bergt ze in zich een ongehoorde kracht om in beweging te zetten, ze is het voorspel van de werkzame liefde'.
Wat een schone uitdrukking: werkzame liefde.
Vaak wordt gezegd dat Sant'Egidio en de huidige paus voor elkaar geschapen zijn. Inderdaad: ze delen de liefde voor mensen en voor landen in de marge. Je ontmoet Jezus in de armen. De voorganger van Franciscus, de Duitse paus Benedictus XVI, zei ooit dat de twee sterkste punten die de kerk te bieden heeft de christelijke kunst en de heiligen zijn. De logica en de rede zijn ook belangrijk, maar bekeringen komen vooral voort uit de ontmoeting met schoonheid (kunst) en naastenliefde (de heiligen), aldus Benedictus. Dan ontstaat die ongehoorde kracht, die werkzame liefde om niet.
Ga er maar eens heen, als u in Rome bent. Beleef het wonder van de vespers in die prachtige basiliek.
Maria zal u met open armen ontvangen.