Paus Franciscus heeft het opgenomen voor de in opspraak geraakte Hondurese kardinaal Oscar Rodriguez Maradiaga. Hij noemde de recente beschuldigingen van financiële escapades een onrechtvaardige aanval op de coördinator van de Raad van Kardinalen.
“Het spijt mij voor alle kwaad dat ze tegen u hebben begaan, maar maakt u zich geen zorgen”, aldus de paus in een door het Vaticaan gepubliceerde boodschap aan de kardinaal, aartsbisschop van Tegucigalpa.
Eerder had de Hondurese prelaat op de aantijgingen gereageerd door te stellen dat die in werkelijkheid een “aanval op de Heilige Vader” vormen en afkomstig zijn van “degenen die niet willen dat de curie wordt hervormd”. Volgens Maradiaga heeft de journalist die het artikel publiceerde over een Vaticaans onderzoek naar hem een gebrek aan “professionele ethiek” heeft en niet geloofwaardig is.
Die journalist is de zeer ervaren vaticanist Sandro Magister. Hij schreef kort voor de Kerst dat kardinaal de afgelopen jaren enorme sommen geld heeft ontvangen van een Hondurese universiteit. Magister mag een controversiële figuur zijn, hij heeft een gevestigde reputatie van zorgvuldigheid. Het Vaticaan heeft zelf bevestigd dat er onderzoek gaande is naar de financiële handel en wandel in de Hondurese Kerk, zij het niet specifiek naar kardinaal Maradiaga.
In 2015 ontving hij meer dan een half miljoen euro van de universiteit van Tegucigalpa, waarvan hij groot-kanselier is. Daarvoor ontvangt hij maandelijks een vergoeding van bijna 40.000 euro die naar zijn zeggen ten goede komt van het aartsbisdom en wordt onder meer besteed aan onderhoud, de priesteropleiding en armenzorg.
Het onderzoek richt zich vooral op Maradia's hulpbisschop en vertrouweling in Tegucigalpa, Juan José Pineda. Die zou niet alleen door misinvesteringen in Londense financiële instellingen ruim een miljoen euro hebben verspeeld, maar er zou ook sprake zijn van verduistering.
De paus heeft onderzoek laten instellen naar de gang van zaken. Volgens de National Catholic Register klopt het dat er grote bedragen omgaan in het aartsbisdom, maar dat zou vanwege de omvang ervan op het oog normaal zijn.