link artikel
De beschikbaarheid van geavanceerde medische technieken betekent niet dat alles ingezet moet worden om menselijk leven in stand te houden. Dat schrijft paus Franciscus in een boodschap over de problematiek rond het levenseinde.
De paus richtte zich tot de deelnemers aan een bijeenkomst rond het levenseinde in het Vaticaan. Die was georganiseerd door de Europese regio van de World Medical Association in samenwerking met de Pauselijke Academie voor het Leven.
In zijn boodschap spreekt de paus over de “bekoring om door te gaan met behandelingen die een krachtig effect op het lichaam hebben maar soms het integrale welzijn van de persoon niet dienen.”
Hij verwijst naar eerdere uitspraken van paus Pius XII dat niet onder alle omstandigheden alle mogelijke behandelingen hoeven te worden ingezet. Het is “moreel geoorloofd” af te zien van therapeutische behandeling, of die te staken, wanneer die niet aan de eis van proportionaliteit voldoet, aldus de paus.
Het criterium is dat “het te verwachten resultaat rekening houdt met de situatie van de zieke persoon en zijn of haar fysieke en morele reserves”. Aldus is het mogelijk een beslissing te nemen die moreel gekwalificeerd kan worden als afzien van “verbeten behandeling”.
“Een dergelijke beslissing is een verantwoorde erkenning van de beperkingen van onze sterfelijkheid als eenmaal duidelijk wordt dat verzet daartegen vergeefs is”, aldus de paus. “Men wil zo niet de dood bewerken, maar aanvaardt dat men die niet kan verhinderen”, citeert de paus de Catechismus van de Katholieke Kerk. “Dit verschil in perspectief brengt de mensheid terug tot stervensbegeleiding, maar zonder enige rechtvaardiging tot het beëindigen van het leven.”
“Het is duidelijk dat het niet starten of het staken van niet-proportionele behandeling betekent dat ‘verbeten behandeling’ wordt vermeden. Vanuit ethisch standpunt verschilt dit totaal met euthanasie, die altijd fout is, omdat het doel van euthanasie is om het leven te beëindigen en de dood te veroorzaken.”
Om te beoordelen of een behandeling nog zin heeft moet een zorgvuldig onderscheid worden gemaakt tussen de persoon in kwestie, de omstandigheden en de bedoelingen van de betrokkenen, aldus de paus.
Het belang van de patiënt dient voorop te staan. Deze heeft als allereerste het recht om, in dialoog met de artsen, over een voorgestelde behandeling en de proportionaliteit daarvan in de concrete situatie te beslissen. Wanneer dat laatste naar zijn of haar oordeel ontbreekt, mag die geweigerd worden.
De paus signaleert een toenemende kloof tussen een kleine groep die zich geavanceerde en dure behandelingen kan veroorloven en degenen die dat niet kunnen. Hij ziet dit op wereldschaal vooral tussen de verschillende continenten. Op kleinere schaal hangt het krijgen van zorg meer af van iemands financiële situatie dan diens feitelijke zorgbehoefte.
Het allereerste gebod in de gezondheidszorg is volgens de paus “verantwoordelijke nabijheid”, waarbij hij verwijst naar de parabel van de Barmhartige Samaritaan. “Je zou kunnen zeggen dat we de zieke nooit in de steek mogen laten. De angst die gepaard gaat met de omstandigheden die ons op de drempel van de sterfelijkheid brengen en de moeilijkheid van de beslissingen die we moeten nemen, kan ons ertoe verleiden afstand te nemen van de patiënt.”
“Toch is dit waar wij, meer dan waar dan ook, geroepen zijn liefde en nabijheid te tonen, onze grenzen erkennend en onze solidariteit tonend. Laat ieder zijn of haar liefde op zijn eigen manier geven, maar geef het!. En zelfs als we weten dat we niet altijd genezing kunnen beloven, kunnen en moeten we altijd zorg blijven geven aan de levenden, zonder hun leven te bekorten, maar ook zonder zinloos hun dood te weerstaan. Deze benadering wordt weerspiegeld in de palliatieve zorg, die juist in onze cultuur zo belangrijk is, omdat het weerstaat wat de dood zo afschuwelijk maakt: pijn en eenzaamheid.”
De paus bepleit om in de moderne samenleving bedachtzaam en open de dialoog aan te gaan, rekening houdend met andere levensvisies. Tegelijkertijd signaleert hij dat waar samenlevingen de meest kwetsbaren niet meer beschermt de eerste voorwaarde voor die dialoog wordt aangetast.
Het allereerste gebod in de gezondheidszorg is volgens de paus “verantwoordelijke nabijheid”, waarbij hij verwijst naar de parabel van de Barmhartige Samaritaan. “Je zou kunnen zeggen dat we de zieke nooit in de steek mogen laten. De angst die gepaard gaat met de omstandigheden die ons op de drempel van de sterfelijkheid brengen en de moeilijkheid van de beslissingen die we moeten nemen, kan ons ertoe verleiden afstand te nemen van de patiënt.”
“Toch is dit waar wij, meer dan waar dan ook, geroepen zijn liefde en nabijheid te tonen, onze grenzen erkennend en onze solidariteit tonend. Laat ieder zijn of haar liefde op zijn eigen manier geven, maar geef het!. En zelfs als we weten dat we niet altijd genezing kunnen beloven, kunnen en moeten we altijd zorg blijven geven aan de levenden, zonder hun leven te bekorten, maar ook zonder zinloos hun dood te weerstaan. Deze benadering wordt weerspiegeld in de palliatieve zorg, die juist in onze cultuur zo belangrijk is, omdat het weerstaat wat de dood zo afschuwelijk maakt: pijn en eenzaamheid.”
De paus bepleit om in de moderne samenleving bedachtzaam en open de dialoog aan te gaan, rekening houdend met andere levensvisies. Tegelijkertijd signaleert hij dat waar samenlevingen de meest kwetsbaren niet meer beschermt de eerste voorwaarde voor die dialoog wordt aangetast.