Vanochtend heeft de nieuwe paus Franciscus I een bezoek gebracht aan de Heilige Maria de Maria, de patriarchale basiliek op de Esquilijn. Daar sprak hij met de dominicaner biechtvaders die aan deze grote Maria-kerk verbonden zijn.
“Barmhartigheid, barmhartigheid, barmhartigheid”, zei hij tot de bedienaren van het sacrament van boete en verzoening, die door de Heilige Vader één voor één werden begroet. “U bent biechtvaders. Wees daarom heel barmhartig tegenover de zielen. Ze hebben er behoefte aan.” Dat zou de paus hebben gezegd volgens pater Ludovico Melo, zo meldt de Italiaanse krant La Stampa vanochtend.
Om een uur of acht arriveerde een auto met het Vaticaans nummerbord SCV 3578 bij de Mariabasiliek. Daarin zat de man die gisteren nog kardinaal Jorge Bergoglio heette. Toen hij gisteren op het centrale balkon van de Sint-Pieter verscheen, maakt hij een vooral nederige indruk. Hij zette daarmee zijn bisschoppelijke wapenspreuk kracht bij: miserando atque eligendo. Dit motto is ontleend aan een Latijnse preek van Sint Beda Venerabilis over de roeping van de tollenaar Matthëus: Christus kijkt vol mededogen (miserando) naar hem en kiest (eligendo) hem niettemin tot apostel.
Dit bezoek is betekenisvol. Het kan gezien worden als een blijk van zijn grote devotie tot de Heilige Maagd Maria als de middelares van genade. Daarmee treedt hij in de voetsporen van Johannes Paulus II, die de verering van de Moeder Gods tot een van de voornaamste speerpunten van diens pastorale beleid maakte.
De door Franciscus I bezochte basiliek is sinds haar bestaan verbonden met Maria. Volgens de overlevering zou in de nacht van 4 op 5 augustus 358 de Moeder Gods aan de Romeinse grootgrondbezitter Johannes zijn verschenen. Zij gaf hem de opdracht een kerk voor haar te bouwen op de plaats waar hij ’s ochtends sneeuw zou aantreffen. De volgende morgen snelde hij naar paus Liberius om hem over zijn droom te vertellen. Die bleek precies dezelfde droom te hebben gehad. En wat bleek: bovenop de Esquilijn, een van de zeven heuvelen van Rome, lag midden in de zomer verse sneeuw.
Volgens de legende bekostigde Johannes de bouw van de kerk in opdracht van Liberius. De kerk werd later afgebroken. Op de resten werd in opdracht van paus Sixtus III tussen 431 en 440 de huidige basiliek gebouwd ter ere van Maria die door het Concilie van Efeze in 431 als Moeder Gods was erkend. De Latijnse naam van de huidige basiliek luidt: Sancta Maria Maior ('Heilige Maria de Meerdere'), omdat ze de grootste van de veertig Mariakerken in Rome is. Ze wordt ook wel Basilica Liberiana (naar paus Liberius) of Sancta Maria ad Nives ('Sint Maria ter Sneeuw') genoemd.
bron: Katholiek Nederland