Protestantse kerken beleven een 'aanhoudende en catastrofale achteruitgang'. Ze hebben weinig reden tot vreugde, meent socioloog en antropoloog Peter van Rooden van de Vrije Universiteit. 'Er is niets dat wijst op een opvolger.'
Van Rooden, hoofd van de afdelingen sociologie en antropologie, constateert krimp en identiteitsverlies. Tijdens een congres van het Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme (HDC) schetste hij vrijdag een donkere toekomst.
'Elk jaar worden er minder kinderen gedoopt, minder huwelijken kerkelijk ingezegend, minder mensen kerkelijk begraven. Kerken worden gesloopt, christelijke organisaties verliezen hun identiteit.' Het verval van de christelijke politiek - christelijke partijen maakten enkele decennia geleden nog de dienst uit in Den Haag - is volgens hem 'te triest voor woorden'.
Op een opvolger hoeft het protestantisme voorlopig niet te rekenen. 'De enige kandidaat, de evangelische beweging, functioneert vooral als opvang van orthodox-gereformeerde jongeren die nog willen blijven geloven.'
In 1996 publiceerde Van Rooden over de Nederlandse relatie tussen godsdienst, de maatschappij en de politiek vanaf de zestiende eeuw. Momenteel werkt hij aan een boek over de ontkerkelijking van ons land.
Onder protestanten ziet hij vooral identiteitsverlies. De Protestantse Kerk in Nederland (PKN), het product van een grote kerkelijke fusies, maakt volgens hem 'het verzuilde bolwerk' van de protestantse premier Abraham Kuyper 'feitelijk ongedaan'.
bron: Trouw