Onderstaande bericht stond op het weblog "Quo vadis Kerk in Vlaanderen?"
Misdienaartje (13) wil geen feestzaal in dorp
'De ingestorte kerk van Lutselus moet worden vervangen door een nieuwe kerk. Niet door een feestzaal.' Dat zegt Joey Wolfs, een dertienjarige misdienaar die intussen al duizend handtekeningen verzamelde. De gemeenteraad van Diepenbeek is gewaarschuwd.
In Diepenbeek weten ze nog niet goed wat er in de plaats moet komen van de kerk die in de kerstnacht van 2010 naar beneden donderde. Maar als het aan Joey Wolfs ligt, hebben ze geen keuze. 'Lutselus moet een nieuwe kerk krijgen. Een echte. Niet zo'n multifunctioneel ding waar ze 's morgens een mis, 's middags een seniorenvergadering en 's avonds een jeugdfuif houden', zegt hij.
'Je kan toch niet staan dansen tussen de preekstoel, de doopvont en het altaar? Op een plaats waar even voordien Onze-Lieve-Heer nog te gast was?' Pastoor Vanherle zou het vanop zijn preekstoel niet beter kunnen zeggen.
Joey Wolfs weet wat hij wil en kan het voor een jongen van dertien bovendien bijzonder goed uitleggen. Het gemeentebestuur van Diepenbeek kan dan ook maar beter rekening houden met zijn petitie, want de jongen kent zijn wereld. Niet alleen de kerkelijke, maar ook die van de gemeentepolitiek.
'Volgend jaar zijn er gemeenteraadsverkiezingen. Ik heb nu al meer dan duizend handtekeningen. Gaan ze die mensen allemaal teleurstellen?', zegt hij fel. 'Overal waar ik kom, zeggen ze: die jongen heeft groot gelijk. De Diepenbekenaars komen zelf vragen of ze mogen tekenen. Als die nieuwe kerk er niet komt, zullen de mensen dat niet vergeten zijn in het kieshokje.'
Voor de kerk in de kerstnacht van vorig jaar naar beneden donderde, was ze een tweede thuis voor Joey. 'Papa bracht mij elke morgen voor schooltijd al naar de kerk, en ook alle andere diensten miste ik nooit. Behalve eind vorig jaar. Toen de wegen in december te glad lagen door de hevige sneeuwval, zat ik met een probleem. Ik heb dan maar zelf de mis opgedragen op mijn kamer', zegt Joey.
'Hij heeft zo'n duizend heiligenbeelden', zegt vader Marco. 'Toen we enkele jaren geleden van Lutselus naar Diepenbeek-centrum verhuisden, schrokken we er zelf van dat het er zoveel waren. Mijn eigen schuld, moet ik eerlijkheidshalve toegeven, want ik durf hem al eens te sponsoren als hij naar een rommelmarkt gaat.'
Maar na de instorting in Lutselus zat Joey alweer in de problemen. Al werkt hij aan een oplossing. 'Ik dien nu de mis in Diepenbeek, in Kortessem en bij de zusters Ursulinen. Ik probeer een schema op te maken om mijn dagen weer te vullen. En binnen een paar jaar wil ik weer naar Lutselus. Naar de nieuwe kerk. Ik ben daar gedoopt, heb er mijn eerste communie gedaan en mijn vormsel gekregen. Dat blijft mijn kerk. Ik wil daar opnieuw misdienaar worden.'
Dat de gemeente nu een combinatie van een kerk met een ontmoetingscentrum overweegt, gaat Joey zijn verstand te boven. 'Was onze kerk niet ingestort, dan stond ze er nog altijd. Daags na de instorting ben ik gaan kijken. Veel mensen van Lutselus waren daar kapot van. Iedereen liep met tranen in de ogen. Ik ook. En daarom moet er een nieuwe kerk komen. Desnoods een kleinere. Of een kapel voor 200 tot 300 man. Het geld van de oude kerk mag dan ook alleen gebruikt worden voor een nieuwe kerk.'
Zo'n rotsvast geloof, het laat zich raden waar dat moet eindigen. 'Ja, ik wil priester worden', zegt Joey zonder aarzelen. 'Iedereen steunt mij daarin. Veel mensen zeggen mij: Jongen, ge moet dat doen. We hebben al zo weinig pastoors en gij zijt daarvoor geboren.'
Dat sommige schoolvrienden al eens smalend lachen met zijn ambities, raakt zijn koude kleren niet. 'Laat ze maar lachen, ik beschouw dat als een offer', zegt hij. 'Ik loop trouwens niet echt te koop met mijn geloof. Ik beleef het vooral in de kerk.'
bron: Het Nieuwsblad