In de bekende Carolus Borromeuskerk aan het Hendrik Conscienceplein in Antwerpen is vanochtend brand uitgebroken. Iets over 09.00 uur was de brand onder controle. Er is sprake van twee brandhaarden, zo werd vernomen bij de woordvoerder van de Antwerpse lokale politie, Sven Lommaert.
Volgens Lommaert raakten niet onmiddellijk veel kunstwerken beschadigd door de brand zelf. Het is nu van belang dat de werken binnen de kerk op een veilige plaats worden gezet waar er zo weinig mogelijk rook- of waterschade is. Het is de bedoeling dat de rook nu uit de kerk wordt gezogen.
Wat de oorzaak van de brand betreft, is er sprake van twee brandhaarden. Een ervan is volgens Lommaert zeker accidenteel en ontstond wellicht door een kortsluiting. De tweede brandhaard was mogelijk een voortzetting van de kortsluiting binnen de elektrische leidingen, maar dat wordt nog onderzocht.
In de kerk in Antwerpen zouden geen kunstwerken beschadigd zijn geraakt door de brand. Wel staat de rechtergaanderij op instorten. Dat werd vernomen van Marc Hesbain, die al elf jaar koster is van de barokke kerk. Hesbain kreeg omstreeks 06.45 uur een brandmelding. De koster, die in de buurt van de kerk woont, kwam snel ter plaatse en zag rook uit de toren komen. De brandweer was volgens hem snel ter plaatse.
De koster kon intussen al even de schade gaan opmeten in de kerk. Er zouden geen kunstwerken door de brand zelf zijn beschadigd. De rechtergaanderij staat wel op instorten. Er moet nu worden gezocht naar een firma om de zaak te stutten. Het zou een tijd kunnen duren vooraleer de deuren van de kerk terug open gaan.
Een tweetal schilderijen van de hand van Abraham Janssens, die onder de gaanderij hingen, zouden tijdens de bluswerken nat zijn geworden. Hetzelfde geldt voor twee biechstoelen met houten engelen.
Intussen kwam een branddeskundige van het parket ter plaatse, evenals schepen van Cultuur Philip Heylen en mensen van de dienst Erfgoed en van de Kerkfabriek.
De Carolus Borromeuskerk is een barokke kerk en wordt door sommigen bestempeld als dé Rubenskerk bij uitstek. Pieter Paul Rubens had immers een belangrijk aandeel in de decoratie van de voormalige Jezuiëtenkerk, al gingen bij een brand in 1718 39 plafondschilderingen van zijn hand in de vlammen op.
De bouwplannen voor de kerk werden opgesteld door eigen ordeleden, zoals François d’Aguilon en Pieter Huyssen. De bouwwerken namen slechts zes jaar in beslag (1615-1621). De patroonheilige van de kerk was Ignatius van Loyola, de stichter van de Jezuiëtenorde.
Bij het opheffen van de orde in 1773 werden hun goederen verbeurd verklaard en openbaar verkocht. De kerk zou nadien een tijd dienst doen als lokaal voor godsdienstonderricht en ze kreeg met Carolus Borromeus een nieuwe patroonheilige. Bij het concordaat met Napoleon in 1803 werd ze dan een zelfstandige parochiekerk.
De kerk werd opgetrokken in volle Contrareformatie. De gevel is rechtstreeks geïnspireerd door die van de veertig jaar oudere moederkerk van de orde in Rome, de Gesukerk, die werd opgetrokken door Giacomo della Porta. Rubens had als schilder-decorateur-architect een hand in de toren, de voorgevel, het hoogaltaar, het plafondstucwerk en de Houtappel- of Mariakapel.
Op 18 juli 1718 sloeg de bliksem in de kerk in. Daarbij raakte het interieur zwaar beschadigd en gingen liefst 39 plafondschilderingen van Rubens verloren. Bij de restauratie in de jaren ‘80 werd geprobeerd het oorspronkelijke interieur van voor 1718 te benaderen. Een van de blikvangers in de kerk is dat, dankzij een oorspronkelijk, nog steeds functionerend mechanisme boven het hoofdaltaar, de schilderijen kunnen worden verwisseld.
bron: De Morgen