Opnieuw is een lid van de nieuw gevormde Pauselijke Academie voor het Leven in opspraak geraakt door uitspraken over abortus.
De Argentijnse rabbijn Fishel Szlajen heeft zich in een recent artikel weliswaar in principe uitgesproken tegen abortus, maar meent dat er uitzonderingen zijn. Zich beroepend op de bijbel meent hij dat abortus geoorloofd zou zijn als het leven van de moeder in gevaar is. In dat geval zou het leven van de moeder voorrang hebben.
Volgens de Leer van de Kerk is het opzettelijk doden van een mens nooit geoorloofd. In geval van gevaar voor het leven van de moeder is de arts gehouden te redden wat er te redden valt, maar nooit door opzettelijk de een omwille van de ander te doden.
Volgens de rabbijn zou abortus ook bij ernstige aandoeningen bij het ongeboren kind geoorloofd zijn. Ook in geval van verkrachting zou abortus toegestaan zijn als het gevaar bestaat dat de zwangerschap de moeder “ernstige psychische schade” zou opleveren.
Enkele maanden eerder had een ander nieuw Joods lid van de academie, rabbijn Avraham Steinberg, beweerd dat een foetus pas veertig dagen na de conceptie een “menselijke status” heeft.
Al direct bij de benoeming van de anglicaan Nigel Biggar tot lid van de Academie voor het Leven ontstond commotie omdat deze eerder had gezegd dat abortus tot de achttiende week geoorloofd zou zijn.
Al direct bij de benoeming van de anglicaan Nigel Biggar tot lid van de Academie voor het Leven ontstond commotie omdat deze eerder had gezegd dat abortus tot de achttiende week geoorloofd zou zijn.