Scheidend bisschop Frans Wiertz: 'Je moet Onze Lieve Heer niet uit een dorp halen'



Bijna 25 jaar bestuurde Frans Wiertz bisdom Roermond, als opvolger van de omstreden bisschop Gijsen. Zaterdag nam hij afscheid. 'Ik zie toekomst voor de kerk in Limburg.'

Het is twee weken voor zijn verhuizing. Bisschop Frans Wiertz zit in zijn werkkamer in een leunstoel. Op de gang staan half gevulde verhuisdozen. Om hem heen zijn de boekenkasten nog propvol. Zijn bibliotheek is nog niet ingepakt. Er zitten opvallend veel biografieën en lijvige werken over geschiedenis tussen. In die boeken schuilt een klein drama. Niet alleen kan hij maar de helft meenemen naar zijn nieuwe woning, maar door een oogziekte kan hij ze nauwelijks meer lezen. Wiertz (75) is bezig langzaam maar zeker blind te worden.

"Ik weet nog waar alles ongeveer staat. Ik ken die boeken, maar ik kan ze dus niet lezen. Dat is ook het griezelige van verhuizen. Dat ze die boeken niet allemaal door elkaar gaan zetten. En wat dat lezen betreft: gelukkig is er nu een apparaat waar je een boek in kan leggen, dat leest dan zoals wij spreken. En dat is heel aangenaam. Zo heb ik een beetje mijn vrijheid terug."

Bijna een kwart eeuw was hij bisschop van Roermond. Zijn voorganger Jo Gijsen had een verdeeld bisdom achtergelaten en Wiertz moest de verschillende partijen weer bij elkaar brengen. Geen geringe opgave. In het boek 'Bisschop Frans Wiertz, missionair testament' - het resultaat van urenlange interviews met KRO-journalist Christian van der Heijden - kijkt hij onder meer terug op de tijd dat hij bisschop was. De toon is opvallend mild.

"Er zijn allerhande perikelen geweest, maar zelf ben ik heel gelukkig geweest. Daar komt die milde toon vandaan. Ik verheug me niet op mijn emeritaat. Aan de andere kant vind ik het volkomen redelijk dat als je vijfenzeventig bent en niets meer kunt zien, dat je weggaat."

Maar Wiertz kijkt in het boek ook vooruit. Hoe het verder moet met de kerk in Limburg, waar het geloof nog in de cultuur geworteld is, maar de samenleving net zo geseculariseerd lijkt als in de rest van ons land. Toch is Wiertz niet pessimistisch: "Ik zie absoluut toekomst voor de kerk van Limburg."

Er staat een foto in uw boek waarop u staat afgebeeld met de priesterstudenten van uw bisdom. Daar staan heel veel Aziaten en Zuid-Amerikanen op en maar heel weinig Nederlanders.

"Als u elke foto van ieder willekeurig seminarie in West-Europa bekijkt, ziet u hetzelfde. Er zijn heel weinig roepingen in onze streken."

Ooit zonden wij duizenden missionarissen uit, nu zijn we zelf missieland geworden. U ziet geen andere keuze dan priesters van verre te halen?

"Anders verdampt de kerk in Nederland. We kunnen niet zonder priesters. Hoe meer ik heb gereisd en heb rondgekeken in andere landen, des te meer ben ik dankbaar dat we deel uit maken van een groter geheel. Laten we daar dan ook gebruik van maken. En vergeet niet: er immigreren ook veel 'gewone' katholieken uit landen als de Filippijnen naar ons land. Als de Limburgse katholieken openstaan voor wat ik de missionaire kerk noem, dan zullen die priesters, de immigranten met de gelovigen van hier opgaan in een vitalere kerk. Dat is de stippellijn die ik heb willen uitzetten."

Frans Wiertz groeit in de jaren veertig van de vorige eeuw op in een middenstandsgezin in Kerkrade. Alles om hem heen is katholiek. Hij wil al vroeg priester worden, maar kiest aanvankelijk eerst voor een studie geschiedenis. Later gaat hij alsnog naar het grootseminarie Roermond. In 1968 wordt hij tot priester gewijd.

Wat waren toen uw dromen?

"Of je het dromen moet noemen, weet ik niet. Het was de tijd dat een heleboel priesters uittraden. Op het feest van mijn priesterwijding waren dertien kapelaans aanwezig. Ik heb daar nog foto's van. En die zijn alle dertien uitgetreden. Dat is niet erg opwekkend. Ik wilde gewoon de zielzorg in. Kapelaan worden."

Dat wordt hij ook en wel in het dorp Schaesberg. Daarna maakt hij geruisloos carrière, als je dat zo mag noemen. Bouwpastoor in een nieuwe wijk van Maastricht, pastoor-deken in Hoensbroek en pastoor-deken in Heerlen. Het zijn de jaren van de omstreden bisschop Jo Gijsen wiens orthodoxe lijn en standpunten over homoseksualiteit en abortus het bisdom tot op het bot verdelen.

Een deel van de katholieken loopt met hem weg, veel progressieve gelovigen voelen zich verweesd en haken af. Als Gijsen begin 1993 vanwege gezondheidsredenen terugtreedt, wordt Wiertz tot zijn opvolger benoemd. Zo op het oog uit het niets, maar ingewijdenen weten dat hij op de voordracht van het bisdom stond, juist omdat hij niet tot een uitgesproken richting behoorde.

Tijdens de mis waarin u tot bisschop werd gewijd noemde u Gijsen een 'groot bisschop'. Staat u daar nog achter?

"Ik heb hem toén een groot bisschop genoemd, maar wel met een paar kanttekeningen. Hij heeft zeker profetische gaven gehad. Bijvoorbeeld door de heroprichting van het seminarie in Rolduc. Je kunt in de katholieke kerk niet zonder priesters. Ik heb een heel erg gepolariseerd bisdom aangetroffen. Dat was al heel lang zo. Het was alsof er een papieren wand stond tussen twee groepen die elkaar helemaal niet meer kenden. Die heb ik geprobeerd weg te halen en dat is volgens mij ook gelukt."

Bisschop Gijsen is beschuldigd van seksueel misbruik. Sterker nog: twee klachten zijn na zijn dood door een onafhankelijke klachtencommissie gegrond verklaard. U schaarde zich vrijwel meteen achter dit oordeel. Dat hebben sommige priesters u kwalijk genomen. Heeft u daar spijt van?

"Ik zeg daar verder niets meer over."

Waarom niet?

"Ik neem mijn standpunt niet terug, maar ik ga er verder niet op in."

In het boek zegt u dat die klachtencommissie geleid werd door een oud-rechter en dat u daar dus vertrouwen in had.

"Wiel Stevens was een erkend president van het gerechtshof in Den Bosch die zeker neutraal was. Alle bisschoppen hebben ingestemd met die klachtencommissie onder leiding van Stevens. Hij zei: 'Ik doe dat alleen maar als jullie aannemen wat wij beslissen. Als jullie dat niet doen, doe ik het niet'.

"Dat vind ik terecht en ik heb dat ook zo consequent gedaan. Bovendien heb ik met de slachtoffers gesproken en ik ben overtuigd dat zij de waarheid spreken. Voor de rest praat ik er niet meer over. Je staat als bisschop altijd op de schouders van je voorgangers en je moet niet nodeloos roeren in hun nagedachtenis."

Is het misbruikschandaal een grote schaduw over uw tijd als bisschop?

"Voor de kerk is de schade verschrikkelijk. Dat vind ik nog niet eens het ergste. Ik vind het veel belangrijker dat voor het eerst slachtoffers erkend werden. Ik heb met heel veel slachtoffers gesproken, ik hoop dat ik iets goed heb kunnen maken."

Iets heel anders. U staat bekend als een bisschop die geen kerken sluit? Klopt dat beeld?

"Het is een totaal vals beeld. Als je de cijfers erbij pakt dan zijn er in het bisdom Roermond meer kerken gesloten dan in het aartsbisdom Utrecht en in het bisdom Den Bosch. Wij leveren maatwerk. Wij vinden het niet goed dat als er in een gemeenschap of een dorp maar één kerk is, die dan te sluiten. Dan haal je Onze Lieve Heer uit het dorp weg. Het is idioot als de pastoor of de bisschop daar de Godslamp uitblaast of het Allerheiligste weghaalt. Dat mag niet. Dat is in tegenspraak met alles wat katholiek is."

U laat uw opvolger niet achter met achterstallig onderhoud? Dat hij straks allemaal kerken moet gaan sluiten?

"Mijn opvolger moet maar kijken wat hij doet."

Wie wordt uw opvolger?

" Ik heb geen idee. Ik wil me daar niet mee bezighouden. Ik ben ook niet naar de bisschoppenconferentie gegaan toen daar over mijn opvolging werd gesproken en zij een eigen voordracht gemaakt hebben. Er zijn in mijn bisdom alleen al zo'n zes of zeven priesters die volgens mij wel bisschop zouden kunnen worden. De nuntius heeft ooit tegen mij gezegd: 'Vindt u ook niet dat in Limburg eigenlijk een Limburger moet komen?' Toen heb ik geantwoord: 'Dat vind ik eigenlijk ook wel, maar het is geen wet van meden en perzen'. Laat ik zeggen dat het wel verstandig zou zijn."

Wiertz trekt zich terug in het klooster van de Zusters onder de Bogen in Maastricht, op een steenworp afstand van de Sint-Servaasbasiliek. "Ik ga van het podium af. Het zal allemaal wennen worden, ook voor mijn omgeving." Een ander probleem is het opdragen van de mis, zo lang al een dagelijkse gewoonte voor de bisschop. Dat gaat praktisch niet meer door zijn oogziekte. "Gisteren en vandaag hadden we verhalen uit het bijbelboek Makkabeeën. Dat zijn lange lezingen van vier kantjes. Dat moet ik letter voor letter spellen. Daar word ik tureluurs van. In mijn nieuwe leefomgeving ga ik er voortaan maar gewoon bij zitten. Het zij zo."

Christian van der Heijden: 'Bisschop Frans Wiertz, missionair testament'. Uitgeverij Adveniat, 174 blz., 19,50 euro.